Op 5 juni 2019 zijn bij de raadsgriffie vragen binnen gekomen van de heer Versteeg van de
Groep Versteeg gericht aan de voorzitter van de Raad op grond van ex artikel 35 van het
Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad. Het
college van Burgemeester en Wethouders beantwoordt de vragen als volgt.

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Versteeg inzake Beantwoording
artikel 35 vragen Groep Versteeg dat het wederom zo gaat.

We hebben op 20-5-2019 vragen gesteld over het buurtincident in Enschede Oost. De termijn
van beantwoording is weliswaar niet verstreken.

Dat we toch nu al met aanvullende vragen komen is naar aanleiding van berichten die ons
maandagavond hebben bereikt van verontruste buurtbewoners op de Helmerhoek. We hebben
dit eerder intern gemeld. Hierover is tussen betrokken wethouder Stadsdeel Zuid en
ondergetekende ook al mail contact geweest. Echter, de actualiteit noodzaakt ons toch om
aanvullende vragen stellen.

Met het stellen van deze aanvullende vragen willen we ook bereiken dat deze casus officieel
wordt vastgelegd.
Vraag 1:
Klopt het dat er een toezegging is gedaan na het verzoek om alles op ‘hold’ te zetten? De
toezegging was: eerst een onderzoek en dat donderdag (6-6-2019) wordt teruggekoppeld
naar betrokken buurtbewoner(s).
Antwoord:
Hoewel onduidelijk is wat wordt bedoeld met ‘on hold zetten’ en door wie deze toezegging
zou zijn gedaan toch een antwoord: Deze toezegging is naar ons beste weten niet door de
gemeente, de woningbouwvereniging of de politie gedaan.

Vraag 2:
Kunt u bevestigen dat op ‘hold’ zetten voor verontruste buurtbewoners kan inhouden dat het
vluchtelingengezin de toegewezen woning nog niet gaat betrekken?
Antwoord:
Zie vraag 1; NVT

Vraag 3:
Klopt het dat het vluchtelingengezin (met status) de nieuwe woonplek 5-6-2019 heeft
betrokken?
Antwoord:
Dit is correct.

Vraag 4:
Nu hebben wij als gemeente een prima contact met onze woningbouwverenigingen.
Daarnaast hebben we afspraken vastgelegd in de zogenaamde ‘prestatieafspraken’. Hebben
we niet als gemeente maar ook als woningbouwcorporatie een gedeelde verantwoordelijkheid
als het gaat om veiligheid en leefbaarheid van een buurt?
Antwoord:
Dit is correct.

Vraag 5:
Kunt u bevestigen dat het bij de gemeente op geen enkele wijze bekend was dat dit
vluchtelingengezin op punt stond wederom een nieuwe woonlocatie te betrekken?
Antwoord:
De gemeente was op de hoogte van de verhuizing naar de nieuwe woonlocatie. Dit is tussen
betrokken partijen besproken, de woningcorporatie heeft het huis toegewezen.

Vraag 6:
Wij hebben meerdere malen benadrukt dat voor eigen rechter spelen absoluut niet is te
tolereren. Niet door een vluchtelingengezin en niet door buurtbewoners.
Wij staan op het standpunt dat toegeven aan geweld in wezen niets anders is dan geweld
uitlokken. Immers, het wordt uiteindelijk beloond.
Antwoord:
Het is niet duidelijk wat bedoeld wordt met deze stelling.

Vraag 7:
Door B&W (mondeling) is in week 21 aangegeven dat er in week 22 nieuwe informatie met
betrekking tot het buurtincident zou worden gedeeld.
Is de SMS bom zoals die is verstuurd het nieuws dat B&W hiermee bedoelde?
Antwoord:
Neen. Wat de politie doet en hoe zij handelt in het kader van het strafrechtelijke onderzoek is
niet onze verantwoordelijkheid.

Vraag 8:
Verontruste inwoners hebben veelvuldig navraag gedaan wie de nieuwe bewoners zijn van hun
buurt. Ze hebben de bevestiging gekregen dat het vluchtelingengezin feitelijk een modelgezin
is. Zij (of leden van het gezin) zouden op geen enkele wijze aanleiding hebben gegeven tot
ontstaan van dit buurtincident. In wezen een antwoord op vragen zoals wij ze hebben gesteld
op artikel 35 vragen.
Is dat ook een conclusie die het onderzoek heeft opgeleverd?
Antwoord:
Zoals eerder vermeld loopt het strafrechtelijk onderzoek in deze zaak nog. Daarom zijn er nog
geen conclusies te trekken of uitgesproken. Het formuleren van een kwalificatie over individuen
of gezinnen die een woonrecht hebben lijkt ons kwetsbaar.

Vraag 8b:
Zo nee, hoe komt de woningbouwvereniging dan tot deze conclusie?
Antwoord:
De woningbouwvereniging heeft aangegeven dat er bij hen geen informatie bekend is waardoor
het gezin als problematisch zou kunnen of moeten worden bestempeld.

Vraag 8c:
En waarom heeft de woningbouwvereniging dit antwoord al wel en wij nog niet?
Antwoord:
Zie vorige vraag.

Vraag 9:
Hoe verhoudt zich dat tot ‘gedeelde verantwoordelijkheid hebben als het gaat om veiligheid en
leefbaarheid van een buurt’?
Antwoord:
De genoemde ‘gedeelde verantwoordelijkheid als het gaat om veiligheid en leefbaarheid van
een buurt’ omvat aanzienlijk meer dan alleen de vraag welke bewoners in welke huizen hun
intrek kunnen/mogen nemen. Er wordt vanuit de gemeente dan ook met tal van betrokken
partijen, waaronder woningbouwcorporaties, overleg gevoerd over een breed scala van
onderwerpen, zoals verkeersveiligheid, het onderhoudsniveau van de openbare ruimte en het
bestrijden van overlastsituaties etc.
Het toewijzen van een woning aan huurders is een zaak van de verhuurder. Met de corporaties
zijn daarover spelregels opgesteld die, voor zover wij kunnen beoordelen, correct worden
toegepast in Enschede.

Vraag 10:
Er werd ook aangegeven dat op Dolphia nog een gezin/vluchteling zal worden verplaatst naar
een andere plek in Enschede. Is dit juist?
Antwoord:
Er is geen sprake van dat er op Dolphia nog een gezin/vluchteling zal worden verplaatst naar
een andere plek in Enschede. Uiteraard staat het een ieder vrij om te verhuizen.

Vraag 11:
Gezien de prima samenwerking en contacten met de woningbouwverenigingen zou dan een
beter afgestemde communicatie niet meer wenselijk zijn?
Antwoord:
In deze casus is de afstemming over communicatie tussen woningbouwcorporatie en gemeente
prima verlopen.In uw vraag klinkt al de aanname door dat de communicatie niet goed zou zijn
verlopen. Wij distantiëren ons daarvan.

Vraag 12:
De nieuwe woning van het vluchtelingengezin betreft een voormalige seniorenwoning. Als
gemeente Enschede hebben we ideeën en eisen over bijvoorbeeld onzelfstandige bewoning.
Hoe verhoudt zich dat met betrekking tot de voormalige seniorenwoning waar dan nu een gezin
met op dit moment twee kinderen gaat wonen?
Antwoord:
De gemeente heeft geen invloed op het toewijzingsbeleid van Ons Huis. Deze woning is
inderdaad van oorsprong een seniorenwoning, maar deze woning is uitgebouwd en heeft 3
slaapkamers en is daarmee geschikt voor meerdere doelgroepen.

Vraag 13:
Het gezin is na vertrek uit het Dolphia woonachtig geweest op een geheime plek. Dit omdat ze
bedreigd zouden worden zoals de woningbouwvereniging aangeeft.
Antwoord:
Bij gemeente en de woningbouwvereniging is niet bekend dat er ná het incident sprake zou zijn
van bedreigingen. Het gezin is na het incident uit eigen beweging uit de woning vertrokken en
heeft zelf voorzien in tijdelijk onderdak elders.
Zo ja, welke maatregelen zijn er getroffen? Zie hierboven
Zo nee, wat gaat u daaraan doen? Zie hierboven

Vraag 14:
Waarom is er geen gesprek geweest tussen het gezin en buurtbewoners Dolphia? Een gesprek
gericht op een oplossing waardoor het gezin gewoon had kunnen blijven wonen op het Dolphia.
Een gesprek waarin zowel het vluchtelingengezin als omwonenden duidelijk was gemaakt dat
slaan van kinderen (of een poging daartoe) en een mogelijke reactie erop in Enschede volstrekt
niet acceptabel is.
Antwoord:
1) Hieraan had het gezin zelf direct na het incident geen behoefte.
2) Het gegeven dat nog steeds maar 1 kant van het verhaal bekend is maakt dat een dergelijk
gesprek te vroeg is/niet passend is.
We hopen dat het ooit nog eens zo ver komt. Voorwaarde is dat alle betrokkenen in beeld zijn.
Dat ligt nu voor, eerst in het strafrecht.

Vraag 14b:
Temeer omdat het een statushouder gezin betreft en dat, mits ingeschreven in de gemeente
Enschede, recht heeft op een woning in Enschede. Want het is toch niet zo dat een buurt
(uitgaande van evenredige verdeling) uitmaakt wie er in een bepaalde buurt komt te wonen. In
die zin is toch Dolphia geen uitzondering waar de inwoners van Dolphia zich op zouden kunnen
beroepen?
Antwoord:
We zijn het met u eens dat Dolphia geen uitzondering vormt op de regel dat de buurt niet
uitmaakt wie er in een bepaalde buurt komt te wonen.

Vraag 14c:
Dit had voor ons gevoel ook voor de toekomst veel hebben verduidelijkt. Het voorkomt meer
problemen en was een buurtincident niet wat nu is geworden; een nationale schandvlek. En
was dus Enschede geen nationaal nieuws geworden zoals ook na de SMS bom nogmaals is
gebeurd.
Bent u dat met ons eens?
Antwoord:
Nee

Vraag 14d:
Ziet u dit ook als leermoment?
Antwoord:
Ieder incident in de gemeente Enschede betekent voor ons een nieuw leermoment.

Vraag 15:
Naast de melding die we van verontruste inwoners van de Helmerhoek hebben ontvangen is er
ook melding geweest op onze facebook site. Deze luidt:
“Nou ik zou je wat vertellen die man heeft 4 kinderen pijn gedaan 1 meisje tand door de lip en 3
jongens een van 7 een van 12 een van 8 en dat meisje is ook 12 dus ja je moet niet aan
andermans kinderen komen want dan krijg je dit soort dingen.”
Antwoord:
Hier geldt dat niemand schuldig is tot het tegendeel bewezen is. Een en ander is onder de
rechter en dat is de beste plaats.

Enschede, 25 juni 2019
Burgemeester en Wethouders van Enschede,

de loco-Secretaris, de loco-Burgemeester,
E.A. Smit / N. van den Berg