Procedureel betrekking hebbende op artikel 35 RvO

Naam lid van de Raad:  Erwin Versteeg

Fractie:  Groep Versteeg

Datum:  16-7-2021

Datum van bea6ntwoording (3 weken na ontvangst): 15-9-2021

Onderwerp: RvS uitspraak Moskee en uitspraken door wethouder Niels van den Berg in TC Tubantia

Inleiding
Op 16 juli 2021 stond er in TC Tubantia een artikel met de kop ‘ík wil niet weer voor aap staan

Wij hebben daarom de volgende vragen:
1) Is het een artikel dat waarheidsgetrouw weergeeft wat er is gezegd en klopt het verband waarmee het is gezegd?
Zo nee, wat is er dan niet juist en waarom niet?

Antwoord:
De uitspraken die in het artikel zijn verwerkt, komen overeen met uitspraken die de wethouder heeft gedaan. Het artikel is opgesteld naar aanleiding van een kort telefonisch gesprek. De journalist is zelf verantwoordelijk voor de context waarbinnen hij de uitspraken plaatst.

2) Bent u het met ons eens dat wethouder Niels van den Berg meermaals, en in verschillende gremia en in verschillende stadia van de uiteindelijke besluitvorming in december 2020 heeft aangegeven dat het een geheel nieuw raadsvoorstel betrof en dat er over meer dan alleen de parkeer- en verkeersoverlast iets gevonden en gezegd mocht worden?
Zo nee, wat heeft de wethouder dan bedoelt te zeggen met deze uitspraken?
Zo ja, vindt B&W het dan vreemd dat er raadsleden zijn die een bredere afweging hebben gemaakt?

Antwoord:
Het bestemmingsplan waarover de gemeenteraad in december 2020 heeft besloten, was een nieuw bestemmingsplan. Raadsleden konden daarover in de volle breedte een afweging maken
op basis van ruimtelijk relevante argumenten.

3) Bent u het met ons eens dat niet alleen met het laatst ingediende raadsvoorstel is aangegeven ‘’dat er over van alleen iets gevonden mocht worden”?
Zo nee, wat heeft de wethouder dan bedoeld te zeggen met deze uitspraken?
Zo ja, vindt B&W het dan vreemd dat er raadsleden zijn die uiteindelijk een bredere afweging hebben gemaakt?

Antwoord:
Het college zal, als zij daarnaar gevraagd is, altijd hebben aangegeven dat in geval van een bestemmingsplan er de ruimte is voor een brede afweging van alle ruimtelijk relevante argumenten. Een uitzondering geldt voor de vaststelling van de aanvullende verkeerskundige onderbouwing van het eerste bestemmingsplan voor de moskee in 2019. Toen werd immers geen compleet nieuw bestemmingsplan aan de raad voorgelegd, maar uitsluitend de aanvulling op de onderbouwing naar aanleiding van het tussenbesluit van de Raad van State.

4) Bent u het met ons eens dat met het deel van het artikel en de uitspraak, en ik quote:
‘Het doel van de gesprekken die direct na de vakantie zouden moeten plaatsvinden is helder voor Van den Berg. ,,Dat is een uitkomst waarbij de moskee nu wel de eindstreep haalt. Daar heeft de islamitische gemeenschap recht op. We zullen nu met een besluit moeten komen dat Raad van State-proof is” op zijn minst de suggestie wordt gewekt dat er voor het stemmen afgesproken dient te worden hoe er moet gaan worden gestemd?
Zo nee, wat is dan de bedoeling van deze gesprekken en zal dit in de openbaarheid zijn?
Zo ja, bent u bekend met de aangepaste versie Artikel 67 lid 3 van de grondwet: De leden stemmen zonder last en dat deze wordt overtreden als er vooraf afspraken worden gemaakt?

Antwoord
Wij zijn het niet met u eens. Het college beoogt op geen enkele manier op voorhand afspraken te maken over hoe raadsleden zouden moeten stemmen en zal altijd handelen conform de Grondwet.
De wethouder wil via de genoemde gesprekken achterhalen wat de precieze bezwaren van raadsleden tegen het voorstel zijn geweest. Het college kan vervolgens verkennen of en hoe zij in een nieuw voorstel tegemoet kan komen aan (een deel van) die bezwaren.

5) Bent u het met ons eens dat met het deel van het artikel en het onvoorzien ‘nee’, en ik quote:
‘Grote twijfel over de locatie en de parkeer- en verkeersoverlast stond toen aan de basis van het onverwachte ‘nee’. Daartoe behoorden ook de coalitiefracties VVD en Burgerbelangen. Die uitslag was verrassend, omdat in de vorige collegeperiode onder VVD-wethouder Jeroen Hatenboer nog vóór de moskee was gestemd’ op zijn minst de uitleg aanleiding heeft gegeven tot de conclusie dat het geen geheel nieuw raadsvoorstel betrof en dat er juist niet meer dan alleen een technische reparatie heeft plaatsgevonden?
Zo nee, waarom is er dan wel meermaals aangegeven dat het wel een geheel nieuw raadsvoorstel betrof en dat er wel over meer dan alleen de parkeer- en verkeersoverlast een mening gegeven mocht worden?
Zo ja, hoe beoordeeld u dan de conclusie op basis van de uitleg nu?

Antwoord:
Wij zijn het niet met u eens. Het bestemmingsplan waarover de gemeenteraad in december 2020 een besluit nam was een nieuw bestemmingsplan. De grootste aanpassing ten opzichte van het eerdere plan betrof een verbeterde verkeerskundige onderbouwing. Inhoudelijk was het bestemmingsplan grotendeels gelijk aan het voorstel uit 2017. Over het bestemmingsplan konden raadsleden een ruimtelijk relevante afweging maken. De wethouder verwondert zich slechts over het feit dat raadsfracties die in 2017 nog konden instemmen met het voorstel dat in 2020 niet meer deden, terwijl het inhoudelijk om hetzelfde plan gaat.

6) Bent u het met ons eens dat met het deel van het artikel en de uitspraak, en ik quote:
‘Van den Berg; ,,De uitspraak betekent niet dat het college een rammelend raadsvoorstel en slecht bestemmingsplan heeft gemaakt. De gemeenteraad had het verwerpen alleen beter moeten onderbouwen.” Dat dat is nagelaten heeft hem onaangenaam verrast. ,,Ik voel me voor de bus gegooid’’, zegt de wethouder, die waakt voor een scenario waarbij Enschede met het moskeevoorstel weer bakzeil moet halen onderuit gaat bij de Raad van State.’ op zijn minst de suggestie wordt gewekt dat er geen afweging gemaakt had mogen worden op basis van geheel nieuw raadsvoorstel en dat er niet zoals de wethouder meermaals heeft aangegeven dat alleen iets gezegd en daarmee ook de mening gevormd mocht worden?
Zo nee, waarom is geen verschil kenbaar gemaakt en dat het een verweerschrift op basis van de ‘procedure “Enschede niet vaststellen BP Moskee Kuipersdijk’ betrof en het wel degelijk een geheel nieuw raadsvoorstel betreft met meer dan alleen een technische aanpassing op basis van de parkeer- en verkeersoverlast?
Zo ja, bent u het dan ook met ons eens dat wethouder Niels van den Berg van Burgerbelangen op zijn minst suggereert dat voor veel tegenstemmende raadsleden er minimaal (om een politieke term te gebruiken) sprake zou zijn van een motie van afkeuring maar ook daarmee artikel 67 lid 3 van de grondwet: De leden stemmen zonder last nogmaals schendt?

Antwoord
Wij zijn het niet met u eens. De uitspraak waarop u doelt heeft geen betrekking op de vraag of er sprake is van ruimte voor een nieuwe en brede afweging. Zie ook de antwoorden op vragen
2 en 3.

7) Is er al beroep aangetekend tegen de uitspraak van de Raad van State en zo niet wanneer wordt dit dan wel gedaan?

Antwoord
Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen beroep mogelijk.

Erwin Versteeg, Groep Versteeg (Verbindend Enschede)

Opmerking:
Om moverende redenen zijn verdiepende vragen niet gesteld! Dit omdat immers ‘de bal’ bij de betrokken wethouder ligt en hij ook initiatief wil nemen zoals hij ook aangaf in verschillende media.