Om ‘groencertificaten’ te behalen om zodoende ‘groene stroom’ te kunnen leveren werden vanaf 2000 in de kolencentrales ook hout, papierpulp en diermeel bijgestookt.

Niet alleen vanuit Canada werden boten vol met houtpellets aangeleverd. Ook in Nederland werden ‘mooie’ pallets plots geld waard. Tegelijkertijd kwam vanuit het Verenigd Koninkrijk de ‘gekke’ koeien ziekte overwaaien naar Nederland.

Wie herinnert zich niet de vreselijk taferelen voor mens en dier. Omdat de voedselketen niet langer het diermeel (vermalen vleesresten) mocht verwerken en de cementindustrie technisch niet in staat was deze enorme stroom diermeel (vermalen vleesresten) op te nemen, moest dit op een andere wijze verwerkt worden.

Als oplossing werden de kolencentrales gevonden. Dit onder de noemer opwekking van ‘groene stroom’. Buiten het feit dat dit een enorm verdienmodel was (in plaats van € 30,- per ton voor kolen betalen plots € 60,- per ton betaald krijgen!) rinkelde de kassa ook nog eens aan de andere kant: de overheid gaf groencertificaten af op deze ‘biomassa’. Daardoor betaalde de burger extra voor deze ‘groene’ stroom. Onder die ‘burger’ zit ook de boer. De boer die zonder het te weten zijn eigen verdriet en ellende zat te ‘verlichten’

Toen de ‘gekke’ koeien op waren in 2005 ontstond de CO2-gekte. Bedrijven moesten gaan betalen voor hun CO2-uitstoot. Er werden plafonds bedacht (zo hoog mogelijk!), en daarboven moest betaald gaan worden.

Ten tijde van de economische crisis tussen 2008 en 2011 waren er bedrijven die meer verdienden aan de verkoop van CO2-emissie-rechten als aan de producten die uit hun productieproces kwamen (denk aan de kalk- en cementindustrie). Toen de economie weer aantrok en de CO2-emissies weer stegen moest een list bedacht worden, en die werd gevonden! Door een boekhoudkundige truc werd hout plots biomassa, en biomassa plots ‘CO2-neutraal’; met andere woorden: de CO2-uitstoot kon gedrukt worden door een deel van de brandstof te brandmerken als ‘CO2-neutraal’.

Ook hier hielp de overheid weer mee door de ‘opslag ODE’; opslag duurzame energie, 100 miljard, waarvan 50 miljard voor biomassa. Deze wordt geëind via de energieleverancier.

Dus als de overheid roept dat de energieprijzen niet zullen stijgen. Dan zou je denken dat ze weten dat dit helemaal niet kan; de ODE-verplichtingen maken dat echter onmogelijk! Biomassa kost de Nederlandse samenleving 50 miljard euro.

En de CO2-uitstoot dan? Die ‘telt’ niet mee volgens de zogenaamde ‘experts’; het is een raadsel hoe ze dat bij metingen weten te onderscheiden van ‘andere’ CO2. Maar hoe milieuvriendelijk is het überhaupt, CO2-opnemende buitenlandse bossen kappen en vervolgens opstoken in Nederlandse verbrandingsketels?

CO2 wordt op het conto geschreven van de landen waar het hout is gekapt en niet waar het in brand is gestoken.

Nooit opgeven, niets doen is geen optie. Nederland is het waard!