Voor de buitenwereld leek het als donderslag bij heldere hemel; ‘Al jaren angstcultuur bij de gemeente Enschede’. Ik zie het meer als het (volgend) moment waarop de deksel van de beerput zich opent. Tenminste………
Maar wat is dan eigenlijk een angstcultuur?
Wantrouwen, verdeel- en – heers tactieken, intimidatie, controle en de mond snoeren: dat zijn steevast de thema’s die genoemd worden wanneer in het nieuws berichten verschijnen over angstcultuur.
Het is op zich niet gek dat organisaties huiverig zijn om toe te geven dat er sprake is van een angstcultuur. Waar binnen private bedrijven een basis vaak ligt in het moeten – want er moet geld worden verdiend – daar is binnen een gemeentelijke organisatie de politiek die moet scoren. Als dan de factor geld ook nog eens mee gaat spelen wordt het dubbel pijnlijk.
Dat zou immers ook betekenen dat je als directeur of bestuurder toegeeft dat je niet in staat bent om een gezonde werksfeer te verzorgen. Of dat je welbewust immorele tactieken inzet om mensen in het gareel te krijgen. Of dat de politieke dynamiek gedreven door financiën de overhand krijgt omdat zij immers in een tijdsbestek van 4 jaar de ‘zaak’ weer op de rit moet hebben. Bij te veel slecht nieuws is het immers: afrekenen bij de stembus.
Voordat het überhaupt tot een onderzoek zou komen blijft de reactie van bestuurders vaak beperkt tot enkele krachtige zinnen zoals: “Wij herkennen ons daar niet in.”, “We hebben een onafhankelijk bureau ingeschakeld en zijn een onderzoek gestart naar de misstanden”, of “Er is een dialoog gestart met de betrokkenen.” Wat er dus feitelijk gebeurd is tijdrekken waarbij in tussentijd de organisatie problemen alleen maar groter worden. Daardoor worden er hooguit maar weer nieuwe regels en nieuwe instituties gecreëerd die in de praktijk zorgen voor een nog grotere afstand. Binnen het gemeentelijk apparaat is er daarnaast de strategie van “flexibele inzetbaarheid”. Wat in feite veelal resulteert in het nadeel voor de inwoners door de wisselingen van ambtenaren en blijf je een lerende organisatie. Van fouten kan echter niet worden geleerd. Er worden immers weer dezelfde fouten gemaakt door nieuwe ambtenaren. Dus net als in het echte leven, in de politieke schijnwereld maken zachte heelmeesters stinkende wonden.
Organisaties die beticht worden van een angstcultuur bevinden zich op glad ijs. Het geeft blijk van slecht werkgeverschap, en vaak volgt zelfs het verwijt dat bestuurders de angstcultuur bewust hebben gecreëerd, of te weinig doen om hem te bestrijden. Mensen angstig maken, intimideren en manipuleren is onethisch; het geeft blijk van een gebrek aan respect.
In 2018 werd ik – nadat ik was verkozen als raadslid en een intensieve inwerkperiode had afgerond – de eerste keer geconfronteerd met wat heet ‘bezwaar en beroep’ en de wijze waarop daarmee met inwoners werd omgegaan. Ik had op dat moment reeds gesprekken over de vuurwerkramp en met de gedupeerde ondernemer Ardesch. Het was tevens de periode dat ik de beslissing moest nemen om uit de PVV stappen. Kortom, hectisch, veel (nieuwe) informatie en daarnaast bouwen aan Verbindend Enschede.
Wat al snel duidelijk was, ik was een vreemde in de politieke eendenbijt. Duidelijk ook, Enschede wordt bestuurd door een netwerk van mensen met grotendeels dezelfde ideeën, met vergelijkbare carrières en enorme onderlinge loyaliteit. Dat sociaal-maatschappelijk vlechtwerk, waarvan de PvdA, D66, BBE, VVD, CU en CDA de belangrijkste instandhouders zijn.
Dat heeft erin geresulteerd dat de belangrijke posities in de publieke en semipublieke sector worden gevuld door mensen die niet zijn geselecteerd op basis van hun bekwaamheden, maar op basis van hun lidmaatschap en of betrokkenheid van een van die partijen.
Zelf zie ik duidelijke parallellen tussen wat dan nu heet “angstcultuur” en de “menselijke maat”. Het is wat mij betreft tevens hét probleem in de politiek. Van spontaniteit is in de politiek namelijk geen sprake, het is allemaal berekend. Waar de mens van nature een sociaal wezen is, is de echte politicus een berekende egoïst die een programma uitvoert.
Dat is ook de grootste kater die ik heb overgehouden aan de afgelopen 4 jaar. De politiek is voor een mensen mens – die ik in de kern ben – teveel naar binnen gekeerd en heeft te weinig oog voor de positieve krachten in de samenleving. Laat staan dat ze oog (of oor) hebben voor anders ‘politiek’ denken dan de eigen partij bubbel. Het is ook niet dat er angst is om zaken echt aan de samenleving toe te vertrouwen.
Het is puur een kwestie van angst om wat van de macht af te staan. Want hoe wil je burgers spontaan de ruimte geven als je zelf tegelijkertijd scheidsrechter, grensrechter en VAR wilt zijn. En als er toch een klagende burger blijft volhouden, kun je grip blijven houden op bezwaar en beroep alsmede het klachtencommissariaat als extra slot op de deur als je niet een gegarandeerd onafhankelijke integriteit commissie wilt.
Kijkend naar de afgelopen 4 jaren overheerst dan ook een dubbel gevoel. De invloed die we overduidelijk wel hebben gehad maar die hebben echter zeer veel energie gekost. Aanstaande maandag zal de motie ‘….’ ongetwijfeld unaniem worden aangenomen. Bij mij blijft er toch een onbevredigend gevoel. Door de aanbevelingen 3 (ondersteuning huishouden vs bezwaar en beroep), 6 (positie klachten commissariaat) en 9 (integriteit commissie) er nog ten uitvoer te brengen is de menselijke maat voor onze inwoners en onze medewerkers niet gegarandeerd.
De motie is in die zin enkel een begin. Het is dan ook aan de inwoners om te bepalen of wij deze klus af mogen maken zodat we naast de menselijke maat ook toekomstbestendig aan de bestuurlijke vernieuwing kunnen gaan werken. En daarvoor is een cultuuromslag in denken binnen de politiek én ons ambtelijk apparaat noodzakelijk. Het is te hopen dat onze inwoners deze column dan nog op het netvlies hebben!
Als er namelijk geen nieuwe balans ontstaat zal er snel weer sprake zijn van recidive gedrag bij de zittende traditionele partijen. Incluis de traditionele lokale partijen. Het is ook niet uit het niets dat wij al 4 jaar aangeven: college/coalitie van ontwikkelaars (2010 – 2014), college/coalitie van uitvoerders (2014 – 2018) en het college/coalitie van instandhouders (2018 – 2022). Het zijn onze inwoners die bepalen of er een nieuwe balans komt.
Wij hebben maar één belang, het belang van Enschede en de Enschedeërs! Ga stemmen op 14, 15 en 16 maart. #EnschedeVerdientBeter en kies voor verandering! #GR2022 #WijStaanVoor!
Meer visie, leiderschap en bestuurlijke vernieuwing? Dat kan…