Gepubliceerd 19 maart 2020 op www.idnl.org:

Volgens de legende vroeg een Amerikaanse diplomaat eens aan de communistische dictator Mao wat hij vond van het effect van de Franse revolutie uit 1789. Daarop grijnsde de door links aanbeden massamoordenaar even en zei toen: “het is nog te vroeg om daar iets over te kunnen zeggen”. Wij geven de nu volgende analyse dus onder een zeker voorbehoud aan onze lezers. De ontwikkelingen gaan duizelingwekkend snel, en het einde lijkt nog lang niet in zicht.

De crisis waar we nu middenin zitten bestaat uit twee onderdelen. Aan de ene kant hebben we de bedreiging van de volksgezondheid door een epidemie die snel om zich heen grijpt, aan de andere kant hebben we de bedreiging van de economie en de maatschappij als gevolg van deze epidemie.

Wat de volksgezondheid betreft: als we afgaan op de ervaringen in China en Italië zullen waarschijnlijk tussen de 50000 en 200000 Nederlanders aan de ziekte overlijden. Wie dat precies zullen zijn is niet duidelijk, want het gaat niet alleen om oude en verzwakte mensen. Ook jonge gezonde mensen kunnen aan een Corona besmetting bezwijken. We weten veel te weinig van het virus om hierover voorspellingen te kunnen doen.

Het enige wat we zeker weten is dat het vermijden van contact tussen mensen de verspreiding van het virus in hoge mate beperkt. En dit is hard nodig, omdat de besmettelijkheid van dit virus veel hoger ligt dan bij bijvoorbeeld het griepvirus. Ondanks de quarantaine zal het grootste deel van de bevolking nog steeds onvermijdelijk besmet raken, maar de ziektegevallen zullen verder worden uitgespreid in de tijd. Dat betekent dat de ziekenhuizen minder overbelast zullen raken, zodat mensen in ieder geval niet hoeven te sterven doordat er geen medische hulp voor hen beschikbaar is. Quarantaine is dus essentieel om de ‘piek te pletten’.

De machthebbers in ons land wilden eerst geen isolatie en quarantaine invoeren. Ze waren bang dat dit slecht zou zijn voor de economie. Bovendien zijn het typische globalisten, die allergisch zijn voor grenzen en beperkingen van ‘het vrij verkeer van personen’. Nog midden in de exploderende epidemie riepen Merkel, Macron, de EU en onze ‘eigen’ minister Bruins om het hardst dat ze de grenzen niet zouden sluiten, omdat ‘we’ nu eenmaal een ‘open land’ en ‘open economie’ zijn. Daarmee probeerden ze hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Want hoe ‘open’ je als land bent is geen uitkomst van een natuurwet, maar een politieke keuze. Een keuze dus waar zij verantwoordelijk voor zijn.

Dat het gewoon een keuze is bleek heel duidelijk toen de explosief stijgende besmettingen en sterftegevallen deze globalisten uiteindelijk dwongen een ander liedje te gaan zingen. Ineens kon het wél: isolatie, quarantaine en zelfs het sluiten van de grenzen. Kwade tongen zullen beweren dat dit kwam omdat de heersende klasse nu ineens zelf met gevolgen van de globalisatie werd geconfronteerd, zonder dat ze deze konden afwentelen op de gewone man. In zekere zin is het inderdaad amusant te zien hoe al deze betweters in de politiek, het mediakartel en het bedrijfsleven nu ineens het licht hebben gezien. Grenzen blijken niet alleen maar obstakels, maar juist ook heel nuttig te zijn.

Wat de gevolgen betreft voor de economie: die zijn inderdaad dramatisch. Alleen maakt niets doen de uiteindelijke gevolgen natuurlijk alleen maar erger. Door de onwil van de heersende klasse om radicale maatregelen te nemen zijn de economische gevolgen nu al veel groter dan ze bij tijdig ingrijpen zouden zijn geweest.

Het economische gevolg dat het eerst in het oog springt is dat veel mensen minder inkomsten zullen hebben doordat ze thuis moeten blijven. Verder zullen veel bedrijven minder omzet hebben doordat ze minder klanten krijgen of minder kunnen produceren doordat hun werknemers thuis zitten. Dit betekent dat ze minder winst of zelfs verlies zullen maken dit jaar. De overheid kan hier een nuttige rol spelen door de gederfde inkomsten op allerlei manieren te compenseren: tijdelijke bijstandsuitkeringen, leningen, uitstel van belastingen enz. Aangezien de financiële positie van de Nederlandse overheid vrij goed is, valt dit alles redelijk op te vangen.

Wat ook duidelijk wordt is dat wij door de globalisering veel te afhankelijk zijn geworden van het buitenland voor zeer essentiële zaken. Zo wordt het overgrote deel van onze medicijnen geproduceerd in India en China. Dat is goedkoper, maar maakt ons volk kwetsbaar in noodsituaties zoals nu. Doordat de productie daar nu stokt door de epidemie zijn er waarschijnlijk voor Nederlandse zieken niet genoeg medicijnen. Het is zelfs mogelijk dat het producerende land andere landen zal gaan chanteren met het weigeren om medicijnen te leveren. Het is dus nodig dat de staat op korte termijn een inventarisatie maakt van deze kwetsbaarheden en naar alternatieven zoekt. Dat kan productie in eigen land zijn, of in ieder geval dichter bij huis. Daarnaast moeten voorraden van essentiële zaken aangelegd worden. Het probleem is natuurlijk wel dat we aan deze maatregelen nú nog niets hebben. We kunnen alleen maar hopen dat het medicijntekort meevalt.

Wat de ziektekosten betreft: deze zullen flink uit de hand lopen. Het is mogelijk dat verschillende zorgverzekeraars failliet zullen gaan. Dit is waarschijnlijk een goede aanleiding om de privatisering van de ziektekostenverzekering ongedaan te maken. Deze heeft toch al niet gebracht wat ons beloofd werd. Net als bij de andere privatiseringen van nutsbedrijven zoals de NS, heeft het ons alleen maar hogere kosten, mindere service en meer veel te duur topmanagement opgeleverd.

Naast de direct waar te nemen gevolgen legt de huidige crisis ook grote structurele problemen in de economie bloot. Zo blijkt de globalisering die ons zo aangeprezen en opgedrongen wordt, ons uiterst kwetsbaar te maken voor zelfs kleine problemen in de productieketen. Een product zoals bijvoorbeeld de mobiele telefoon bestaat uit talloze onderdelen die van over de hele wereld moeten komen. Als één onderdeeltje niet geleverd kan worden door bijvoorbeeld een uitbraak van een epidemie in een land, dan heeft dat tot gevolg dat de hele telefoon niet geproduceerd kan worden. En alternatieve producenten zijn er niet meer, omdat die in de wereldwijde concurrentiestrijd niet op konden tegen die ene producent in een land met nóg net iets lagere loonkosten. Globalisering lijkt goedkoop totdat het ineens duurkoop blijkt te zijn. Het is daarom aan te bevelen en ook te verwachten dat overheden weer protectionistische maatregelen zullen invoeren om bepaalde vitale nationale industrieën te beschermen tegen oneerlijke concurrentie uit lage lonenlanden. Daarnaast dient het opbouwen en beschermen van bepaalde nationale industrieën ook de nationale veiligheid. Dit geldt bijvoorbeeld voor medische voorzieningen, zoals we hierboven al hebben aangegeven.

Wat ook grote economische gevolgen kan hebben is de crisis die de effectenbeurzen nu anderhalve week in de greep houdt. De epidemie heeft de enorme zeepbel van de aandelenkoersen eindelijk doorgeprikt. De prijzen van de aandelen stonden in geen enkele verhouding meer tot de waarde van de betrokken ondernemingen.

Dit had met twee dingen te maken. Aan de ene kant hebben de centrale banken, en met name de Amerikaanse, enorm veel geld ‘bijgedrukt’. Daarmee hielden ze de rente heel laag, wat iedereen kon merken die wat spaargeld had. In theorie kun je op deze manier de economie stimuleren, omdat bedrijven dan goedkoop geld kunnen lenen om te investeren. Het probleem is dat de effecten alleen op korte termijn positief zijn. Als men dit beleid te lang doorzet veroorzaakt het enorme kunstmatige prijsstijgingen en allerlei verstoringen in de economische structuur.

Aan de andere kant hebben heel veel bedrijven de koersen op de effectenbeurzen zelf nog verder opgejaagd. Ze deden dit door zélf hun eigen aandelen op te kopen. Zo creëerden ze zelf een kunstmatig hoge vraag naar hun aandelen en dreven zo de prijs op. Dit deden zij omdat de aandeelhouders een steeds hogere waarde van hun aandelen eisten. Bovendien krijgen topbestuurders bijna altijd zelf ook grote pakketten aandelen.

Bijna alle winst en reserves van deze bedrijven hebben de topbestuurders besteed aan het opkopen van de eigen aandelen. Nu de economische crisis losbarst hebben deze bedrijven totaal geen reserves waar ze op terug kunnen vallen. Sterker nog: deze bedrijven zijn vaak juist torenhoge schulden aangegaan om hun aandelen op te kopen. En nu zijn die aandelen ineens veel minder waard, terwijl de schulden nog even groot zijn. Het grote risico is dat deze bedrijven gaan eisen van de overheid dat deze hen uit de problemen haalt. Ze zullen proberen de staat te chanteren omdat ze ‘too big to fail’ zouden zijn. En dan mogen de belastingbetalers opdraaien voor het misdadige wanbeleid van de topbestuurders. Dit is precies wat er ook bij de vorige crisis in 2008 is gebeurd. En de corrupte politici gaan maar al te graag in op de verzoeken van hun rijke vrijgevige ‘vrinden’. De belastingbetaler heeft het nakijken.

Wat er echter moet gebeuren is dat deze bedrijven zélf weer geld gaan ophalen op de beurs, bijvoorbeeld door de eerder opgekochte aandelen weer te verkopen. De aandeelhouders zullen dan grote verliezen lijden, maar ze hebben in eerdere jaren ook geprofiteerd van de kunstmatig hoge aandelenkoersen. Ze horen te weten dat aandelen meer rendement opleveren juist omdat er ook een hoger risico aan verbonden is. Zij mogen niet in staat zijn de winsten van hun beleggingen in eigen zak te steken en de verliezen af te wentelen op de belastingbetaler. Voorzover een bedrijf niet in staat is zelf het nodige kapitaal bijeen te brengen moet het bedrijf failliet gaan, zodat een nieuw management met de restanten van het bedrijf de productie weer kan opstarten.

Moet de overheid niet een bedrijf nationaliseren om het voor een bankroet te beschermen? Het grote probleem hiermee is dat de belastingbetaler dan slecht en onverantwoord beleid van het management subsidieert. Dit betekent niet alleen dat hij voor de kosten opdraait, maar ook dat de noodzakelijke veranderingen niet worden doorgevoerd. En niet alleen bij de betrokken onderneming, maar ook bij andere bedrijven, die erop gaan vertrouwen dat de overheid hen toch wel zal redden, wat ze ook uithalen. Als het bedrijf echter van strategisch nationaal belang is, zou de overheid het bedrijf kunnen opkopen zodra het failliet gegaan is. Dan kost het de belastingbetaler in ieder geval niet te veel. En de overheid kan dan tevens gemakkelijk het management vervangen.

Dit bovenstaande is wat er zou moeten gebeuren. De ervaring leert echter dat ons systeem totaal corrupt is. Wat er dus waarschijnlijk zal gebeuren is iets heel anders. Net als in 2008 probeert het systeem de boel te redden door nog meer geld ‘bij te drukken’, de rente nog verder naar beneden te drukken en bedrijven te ‘redden’ met belastinggeld. De centrale banken zouden zelfs – wat heel uitzonderlijk is – zelf aandelen op de beurzen kunnen gaan opkopen om de aandelenprijzen weer op te jagen. Wat zullen hiervan de gevolgen zijn?

In de eerste plaats zouden de aandelenkoersen minder moeten dalen. Dit lijkt nog niet erg te lukken. De zeepbel lijkt eenvoudigweg te groot. Verder moet opgemerkt worden dat de speelruimte van de centrale banken veel kleiner is dan in 2008, omdat de rente nu al nul of zelfs negatief is. De Amerikaanse centrale bank (de ‘Fed’) heeft de afgelopen week operaties uitgevoerd op de geldmarkt van een omvang die onvoorstelbaar groot is. Het gaat om triljoenen (duizenden miljarden). En toch heeft dit alles nauwelijks effect gehad. Omdat de Fed echter maar één strategie lijkt te kennen, kunnen we verwachten dat ze toch hetzelfde zullen blijven proberen.

Al de bovengenoemde factoren bij elkaar maakt het tot slot zeer waarschijnlijk dat er een grote opwaartse druk op de prijzen zal ontstaan. Aan de ene kant zal door de verstoringen in de wereldwijde productieketen het aanbod van bepaalde producten sterk teruglopen. Aan de andere kant zal door het ‘bijdrukken’ van Dollars, Euro’s enz. door de centrale banken de geldhoeveelheid sterk vergroten, zodat de bestaande Dollars en Euro’s per saldo minder waard worden (uw spaargeld zal dus veel minder waard worden). Of deze inflatie zal uitmonden in een hyperinflatie, zoals in het Weimar-Duitsland van de jaren ‘30 valt nog niet te voorspellen, maar de kans is aanwezig. In financiële kringen wordt het beleid van de Fed al omschreven als ‘Weimar-light’.

In ieder geval is duidelijk dat het financiële systeem in het Westen door en door verrot is. En met het politieke systeem staat het niet veel beter. Men houdt elkaar de hand boven het hoofd in een incestueuze perverse relatie. We kunnen alleen maar hopen dat als mensen weer met een kruiwagen met bankbiljetten naar de bakker moeten om een brood te kopen, ze eindelijk ontwaken en de overheersing door de huidige machtskliek ten einde brengen.

De snelste weg naar het totaal overzicht naar onze andere Corona dagboek publicaties