Volgens de regels moeten alle uitkeringsgerechtigden die naar het buitenland willen, daar eerst toestemming voor vragen aan instanties als gemeente of UWV. Uitkeringsgerechtigden mogen maximaal vier weken per jaar in het buitenland verblijven. Wie langer weg blijft, raakt zijn uitkering na vier weken kwijt.

De Groep Versteeg wil nu van het college weten hoeveel uitkeringsgerechtigde statushouders een aanvraag hebben ingediend om met vakantie te gaan naar het buitenland en hoeveel van die verzoeken zijn gehonoreerd dan wel afgewezen.

Erwin Versteeg, die nagenoeg een jaar geleden uit onvrede uit de PVV-fractie stapte, is verder benieuwd naar welke landen de aanvragers met verblijfsstatus wilden. „Waren dit ook de landen van oorspronkelijke herkomst?” Als dat het geval is, krijgen deze statushouders dan een terugkeerprogramma aangeboden, vraagt hij het college.

Versteeg wil verder weten of de gemeente (of een andere instantie) heeft bijgedragen in de kosten van de buitenlandvakantie van statushouders en om welk bedrag het dan gaat. Mogelijk zijn er ook vluchtelingen (die dus nog geen officiële verblijfsstatus hebben) die met medeweten van de gemeente op vakantie zijn geweest in het buitenland, denkt Versteeg. Als dat inderdaad het geval is, dan wil hij graag weten om welke landen het precies gaat.

Bron: TC Tubantia