Sportaal terug naar gemeente Enschede?
BESCHOUWINGEN er zijn zorgen over de toekomstbestendigheid van Sportaal als zelfstandig bedrijf. De gemeenteraad laat onderzoeken of het beter is om het sportbedrijf toch weer in de ambtelijke organisatie te integreren. Nog maar vier jaar geleden werden plannen voor de verzelfstandiging van het gemeentelijke sportbedrijf ontvouwd. Het college wilde maar wat graag af van ‘onrendabele investeringen’ in zwemaccommodaties. Die konden zo mooi op afstand worden gezet. In september 2016 ging Sportaal aan de slag, maar het werd een valse start.
Tijdens de oprichtingsfase was aan het licht gekomen dat de gemeente nooit een spaarpotje had gemaakt voor onderhoudskosten van het buitenbad van Aquadrome en kunstgrasvelden. Deze knelpunten van samen 1 miljoen euro moesten binnen het eigen budget worden opgelost, deels door efficiënter te werken.
Op de rit
Omdat van Sportaal toch al werd verwacht dat de bedrijfsvoering efficiënter zou kunnen dan bij de gemeente, bedroeg de totale bezuiniging 1,2 miljoen euro. Dat heeft zijn weerslag gehad. Zwembad De Brug en een aantal gymlokalen zijn gesloten. De eerste twee levensjaren heeft Sportaal vooral besteed aan het op de rit krijgen van de bedrijfsvoering. Dat is ten dele gelukt.
Mede door de efficiencyslag (lees: hetzelfde doen met minder mensen) kon een door de gemeente gewenste professionalisering echter niet gemaakt worden. Er was op gerekend dat door samenwerking met andere partijen 150.000 euro per jaar extra inkomsten gegenereerd zouden worden. Dat wil Sportaal nu gefaseerd de komende vijf jaar gaan doen.
Een beoogde bezuiniging op sportvelden is ook nog niet ingevuld. Die wordt de komende jaren alsnog gerealiseerd door voetbalclubs desnoods te verplichten om te verhuizen naar een andere accommodatie. De gemeente investeert daarom verspreid over vier jaar 730.000 euro extra in het sportbedrijf.
Hoewel Sportaal de toekomst positief tegemoet treedt, hangen er nieuwe tegenvallers in de lucht. Alleen gemeenten hebben wettelijk nog recht op btw-aftrek voor beheer van sportaccommodaties. Hoewel Enschede de enige opdrachtgever en 100 procentaandeelhouder is van Sportaal, geldt de organisatie als zelfstandige BV. Dat betekent geen btw-aftrek en dus extra kosten. Het is nog onzeker of het rijk met een compensatieregeling komt voor sportbedrijven.
Zwembaden
Ook de beoogde bezuiniging op zwembaden maakt de toekomst onzeker. Het college wil het budget per 2023 halveren tot 7 ton. Dat betekent ontslagen bij Sportaal, en het einde van het recreatiebad van Aquadrome en (gedeeltelijke) sluiting van Het Slagman. In een brief aan de gemeenteraad schreef directeur Bas Morsink onlangs dat zo een ‘belangrijke financiële pijler onder onze organisatie die nog maar net op eigen benen staat weggeslagen’ wordt.
Ten slotte baart ook de solvabiliteit van Sportaal zorgen. Van het totale vermogen bestaat 97,5 procent uit schulden of voorzieningen. Het sportbedrijf is dus slechts zeer beperkt in staat aan haar betalingsverplichtingen op langere termijn te voldoen. Sportaal wijt dit aan vervangingsinvesteringen. Al voor de verzelfstandiging was duidelijk dat er tussen 2025 en 2030 een knelpunt van 6 miljoen euro ontstaat op vervangingen van accommodaties. Het sportbedrijf gaat ervan uit dat de gemeente dit oplost door de reserves aan te vullen.
Weinig keus
De gemeente zal weinig keuze hebben. Sportaal is niet geprivatiseerd en het financiële risico komt dus op conto van de gemeente. Daarom heeft de gemeenteraad opdracht gegeven om nog dit najaar een onderzoek naar de toekomstbestendigheid van Sportaal te doen. Zo kunnen bij de behandeling van de gemeentebegroting beleidskeuzes gemaakt worden.
Burgerbelangen, initiatiefnemer van het voorstel, zegt expliciet dat het ongedaan maken van de verzelfstandiging tot de mogelijkheden behoort. Zelfstandig raadslid Erwin Versteeg en SP-raadslid Piet van Ek hebben het college schriftelijke vragen gesteld over de financiën van Sportaal. Ze maken zich zorgen over de solvabiliteit en hebben onder meer vragen over een garantstelling van de gemeente en het toekomstige knelpunt van 6 miljoen.
Bron: TC Tubantia