Het artikel in Tubantia over de “forse stijging van huiselijk geweld” in Twente is een steen in de vijver. De hulpverlening kraakt, Veilig Thuis Twente kan het niet aan, en de wachtlijsten groeien. Daarom deze column; Huiselijk geweld in Twente -Een kritische blik op een falend systeem- die in samenwerking tot stand is gekomen.
Maar laten we niet naïef zijn: dit is geen nieuw probleem, en de oplossingen die nu op tafel liggen, zijn pleisters op een etterende wond.
Als we echt iets willen veranderen, moeten we stoppen met symptoombestrijding en de zaak vanuit drie sporen kritisch onder de loep nemen:
– effectiviteit en efficiëntie,
– verantwoordelijkheid,
– culturele invloeden.
En ja, dat betekent ook een harde blik op Veilig Thuis Twente, want daar knelt het flink.
Effectiviteit en efficiëntie:
Waarom blijven we dweilen met de kraan open?
Laten we starten met een pijnlijke waarheid: we proberen huiselijk geweld op te lossen als het al te laat is. De wijkteams, die in 2020 al klaagden over een gebrek aan duidelijke doelstellingen, worstelen nog steeds.
Ze zijn niet ingericht voor de zware problematiek – huiselijk geweld, loverboys, mensenhandel – die steeds meer opspeelt.
Maar waarom zou je ze daarop inrichten als dat nooit hun opdracht was? Het is als een loodgieter vragen om een openhartoperatie uit te voeren.
De vraag die ik in 2020 stelde, blijft onbeantwoord: hoort dit überhaupt bij wijkteams? Zolang we dat niet helder hebben, blijven wachtlijsten groeien en kosten exploderen.
Veilig Thuis Twente krijgt hier een dikke onvoldoende. Zij verwijzen immers naar een wijkcoach van een wijkteam die het dit deze problematiek niet tot opdracht hebben. En er niet op zijn ingericht.
Het systeem niet afgestemd, log, reactief en lijkt meer gericht op het afvinken van protocollen dan op het daadwerkelijk helpen van slachtoffers.
Mensen bellen niet voor de lol, maar worden vaak pas serieus genomen als er blauwe plekken of gebroken botten te tellen zijn. En zelfs dan: waar moeten ze naartoe?
Veilige opvangplekken zijn schaars, en daders lopen te vaak vrij rond omdat het rechtssysteem traag en tandeloos is. Effectief? Efficiënt? Vergeet het maar.
Wat we nodig hebben, is preventie vanaf dag één. Scholen moeten al vanaf de kleuterleeftijd sociale vaardigheden, zelfrespect en grenzen aanleren.
Tieners verdienen voorlichting over relaties, loverboys en eigenwaarde – met ervaringsdeskundigen, niet met stoffige foldertjes.
En als het misgaat, moet de politie sneller schakelen: één aanspreekpunt met expertise, korte lijnen met hulpverlening, en desnoods een enkelband die slachtoffers én daders uit elkaars buurt houdt. Geen bureaucratie, maar actie.
Verantwoordelijkheid:
Wie pakt de bal op?
Dan de hamvraag: wie is verantwoordelijk? Ouders en opvoeders.
Maar laten we niet doen alsof dat alles oplost. Intelligentie, opvoeding, milieu, armoede – het speelt allemaal mee.
De overheid hoeft geen surrogaatouder te worden, maar ze kan wel randvoorwaarden scheppen: fatsoenlijk werk, minder financiële stress, een leefklimaat waarin mensen niet exploderen van frustratie.
Want laten we eerlijk zijn: wie in de tang zit van geldzorgen, reageert dat vaak af op wie het dichtst bij staat. Toch schuiven we te makkelijk alles af op ‘meer van hetzelfde’.
Meer Veilig Thuis, meer jeugdzorg, meer politie – maar met dezelfde halfbakken aanpak. De dader is soms ook slachtoffer, opgegroeid in chaos of trauma, en dat zien we over het hoofd.
Psychopathische treiteraars laat je niet vrij rondlopen, maar voor de rest moet je investeren: in begeleiding, in inzicht, in opvang. En niet pas als het escaleert.
Slachtoffers die “niet weg willen” verdienen geen oordeel, maar langdurige steun om los te breken uit jarenlange indoctrinatie.
Veilig Thuis faalt hier hopeloos – te weinig capaciteit, te weinig samenleving, te weinig menselijkheid.
Culturele invloeden:
Een olifant in de kamer
En dan het lastigste spoor: cultuur. In Nederland botsen normen en waarden soms keihard. Gelijke rechten voor mannen en vrouwen zijn hier geen discussiepunt, maar dat geldt niet voor iedereen die hier woont.
In sommige culturen is geweld tegen vrouwen of kinderen geen taboe, maar een recht. En wat doen wij? We kijken weg, uit angst voor ‘onverdraagzaamheid’.
De politiek dwingt ons om onze eigen waarden te verloochenen, terwijl daders ermee wegkomen. Straffen zijn laag, hulp is laat, en slachtoffers blijven in de kou staan.
Dit vraagt om een reset. Wil je hier leven? Prima, maar dan gelden onze regels: geweld wordt niet getolereerd, punt. Hulpverlening moet samenwerken met mensen uit die gemeenschappen, maar wel op basis van Nederlandse wetten en rechten.
Geen gepamper, maar helderheid. Normeren en disciplineren…. er moeten duidelijke en transparantie consequenties worden gesteld.
En ja, dat kost politieke moed – iets wat nu pijnlijk ontbreekt.
Miljoenen verdampen zonder grip
De jeugdzorg blijft een actueel discussiepunt, met steeds dezelfde vraag: wie is verantwoordelijk?
Onderzoeken, commissies en media-aandacht komen en gaan, maar het systeem verandert niet. Eén van de belangrijkste spelers hierin is Veilig Thuis (een aftakkingen van de GGD).
Op papier een meldpunt en preventieorganisatie, in de praktijk een bureaucratisch doolhof dat eerder angst inboezemt dan vertrouwen wekt.
Meldingen worden beoordeeld, termijnen vastgesteld, en uiteindelijk belanden dossiers bij de gemeente. Maar hier wringt de schoen: zolang een gemeente de overdracht niet expliciet bevestigt, blijft Veilig Thuis verantwoordelijk. En als er ondertussen iets misgaat? Dan wijst iedereen naar elkaar.
De gemeente werkt vervolgens met wijkcoaches – vaak generalisten zonder specialistische kennis van jeugdzorg – die op hun beurt weer doorverwijzen naar talloze andere organisaties.
In plaats van één gespecialiseerde instantie werken we met een versnipperd netwerk zonder duidelijke regie. Het resultaat? Iedereen doet wat, niemand doet genoeg, en de kosten rijzen de pan uit.
Geld verdwijnt in overbodige tussenlagen, inefficiënte structuren en steeds nieuwe initiatieven zonder dat de kern van het probleem wordt aangepakt.
Er is geen grip, geen harde afspraken, geen duidelijke norm. Het gevolg? Een jeugdzorgsysteem dat zichzelf in stand houdt, terwijl gezinnen aan hun lot worden overgelaten.
De oplossing? Snijden in bureaucratie, minder schakels, meer focus op expertise. Zet gespecialiseerde teams in die direct aan de slag kunnen, schrap onnodige tussenlagen en stop met het blindelings pompen van gemeenschapsgeld in een lek systeem. Als gemeenten niet direct invloed krijgen op deze uitgaven, moet de geldkraan dicht.
Stoppen uit veiligheidsoverwegingen?
Wanneer stoppen we uit veiligheidsoverwegingen? Als we doorgaan met lapmiddelen en Veilig Thuis Twente laten aanmodderen. Als we blijven wachten op bewijs terwijl slachtoffers schreeuwen om hulp.
Als we cultuurverschillen negeren omdat het te gevoelig ligt. Dit systeem beschermt niemand – niet de slachtoffers, niet de samenleving, en zelfs niet de daders die ook een uitweg verdienen.
Het Tubantia-artikel is geen wake-upcall meer; het is een schreeuw om een nieuw begin. Weg met de pleisters, tijd voor een operatie.
Effectiever, efficiënter, en met ballen. Want zoals het nu gaat, blijft Twente – en heel Nederland – achter de voordeur falen.
Enschede, Nederland voorop en vooruit
Nooit opgeven, niets doen is geen optie. Enschede, Nederland is het waard!
ps. deze column; Huiselijk geweld in Twente -Een kritische blik op een falend systeem- is tot stand gekomen in samenwerking met verschillenden kandidaat raadsleden van BVNL in de provincie Overijssel
Geef een reactie