De roze olifant in de sociale huurwoning
Woningcorporaties komen nu met een spreidingsvoorstel voor Nederlandse woningzoekenden. Het klinkt als een overwinning: eindelijk aandacht voor de mensen die al jarenlang achteraan staan op de wachtlijst. Maar wie verder leest, merkt al snel dat het een schijnoplossing is.

Want statushouders — asielzoekers met een verblijfsvergunning — vallen níét onder deze regeling. Waarom niet? “Omdat gemeenten nog een wettelijke plicht hebben om statushouders via woningcorporaties te huisvesten,” zeggen de corporaties. Maar dat is een flagrante leugen.

Al sinds 2017

Sinds 2017 is er géén wettelijke verplichting meer om statushouders voorrang te geven op een sociale huurwoning. Wat er wel gebeurt: gemeenten sluiten prestatieafspraken met corporaties, waarin die voorrang alsnog stilzwijgend wordt geregeld. Geen wet dus, maar wél resultaat: Nederlanders moeten langer wachten, terwijl statushouders versneld een woning krijgen.

Het is een bekend patroon in globalistisch denken: er wordt een oplossing gecreëerd voor een kleine groep waar op dat moment sympathie voor bestaat, maar diezelfde oplossing wordt later toegepast op andere groepen. En zo ontstaat het oorspronkelijke probleem opnieuw.

Het is juist deze globalistische denk en handelswijze die ervoor heeft gezorgd dat onze ooit zo mooi democratie inmiddels is verworden tot een tirannie van minderheden. En als ze geen gelijk krijg krijgen, dan gaan deze tirannen hun gelijk halen bij de met gelijkdenkende doorrijgde rechtsmacht.

Flexwoningen

Flexwoningen zijn daar een goed voorbeeld van. Ze werden bedacht als tijdelijke oplossing voor woningnood, deels om onder de verhuurdersheffing uit te komen.

De gedachte was dat woningcorporaties daardoor meer investeringsruimte krijgen om te kunnen doen waarvoor ze zijn opgericht: (nieuwe) betaalbare sociale woningen bouwen, versnelde verduurzaming van de woningvoorraad en zorgen voor lagere woonlasten.

Maar uiteindelijk worden ze ingezet voor de opvang van asielzoekers — de PvdA in Enschede wilde ze zelfs voor mensen die nog midden in de procedure zitten. Flexibele mini-AZC’s dus, in plaats van een oplossing voor de Nederlander zonder woning.

Immigratie

De roze olifant in de kamer heet immigratie. Maar die mag niet benoemd worden. In plaats daarvan creëren bestuurders en bestuurders van corporaties nieuwe “olifantenpaadjes” — slinkse, ondemocratische routes langs de bestaande regels.

Omdat het benoemen van de echte oorzaak (politieke) carrières in gevaar kan brengen, zwijgen lokale bestuurders liever en verschuilen ze zich achter “internationale verplichtingen” en juridische mist.

En dat alles gebeurt met instemming van bestuurders die in dezelfde ideologische bubbel zitten. De prestatieafspraken tussen gemeenten en woningcorporaties zijn niet geboren uit noodzaak, maar uit gedeeld geloof in de maakbaarheid van de samenleving.

Het huisvesten van statushouders werd daarmee niet meer gezien als een kwestie van prioriteit of schaarste, maar als morele plicht — een die verankerd werd in lokale akkoorden, zonder dat de lokale kiezer daar iets over te zeggen had.

Drogredenen

En terwijl de wachttijden voor gewone Nederlanders oplopen, wijst men steevast naar andere oorzaken. De ene keer zijn het investeerders, dan weer “scheefwoners” die onterecht in sociale huurwoningen zouden blijven zitten.

Wat zelden wordt genoemd: dat er simpelweg te weinig woningen zijn, mede omdat corporaties jarenlang sociale huurwoningen uit de markt hebben gehaald. Of omdat er steeds meer woningzoekenden bijkomen — zonder dat daar evenwichtige instroombeperking tegenover staat.

Neem de uitspraak van Wilma van Ingen, voormalig directeur van een woningcorporatie: “We zijn jarenlang uitgegaan van bevolkingskrimp en dachten dat er minder sociale huur nodig was. Dat er zoveel immigratie zou zijn, wisten we niet.” Echt? Of durfde niemand het te benoemen?

Sociale huur uit de markt genomen

De politiek blijft intussen aanmodderen. Het kabinet wil dat 30% van de nieuwbouw uit sociale huur bestaat, maar in de praktijk worden er structureel méér woningen gesloopt dan er bijgebouwd worden. En met steeds strengere stikstofregels, energie-eisen en vertragingen wordt bouwen eerder moeilijker dan makkelijker.

En dan het verhaal over scheefwoners. Ja, sommige huurders verdienen inmiddels te veel voor hun woning. Maar ook hier hebben corporaties belang bij de status quo. Want wie te veel verdient, krijgt simpelweg een hogere huur: inkomensafhankelijke huurverhoging.

Zo ontvangen corporaties dus een middenhuurprijs voor een woning die gebouwd is met sociale middelen. Waarom zouden ze haast maken met doorstroming?

Aantasting sociale samenhang

De spreidingswet die nu wordt gepresenteerd als oplossing voor Nederlandse woningzoekenden is in feite een doekje voor het bloeden. Het is een verdere aantasting van de sociale samenhang.

Een poging om de jarenlange frustratie onder burgers te temperen, zonder werkelijk iets te veranderen aan de onderliggende ongelijkheid. Want zolang statushouders op basis van ideologische afspraken versneld gehuisvest blijven worden, blijft de scheefgroei bestaan.

En dat is waar het schuurt. Wie in Nederland op zoek is naar een woning, moet tegenwoordig niet alleen concurreren met andere starters of gezinnen, maar ook met een constant groeiende groep nieuwkomers (inmiddels ook Oekraïners) — en dat terwijl diezelfde nieuwkomers in de praktijk vaak wél geholpen worden via juridische en bestuurlijke sluiproutes.

Conclusie

De les? Zolang we de roze olifant blijven negeren, zullen er steeds meer van dit soort halve maatregelen komen. Meer spreidingswetten, meer flexwoningen, meer achterkamertjesafspraken. Wat er nodig is, is geen volgend olifantenpaadje, maar de moed om die olifant de kamer uit te wijzen en werken aan een echte oplossing.

Hoe? Lees hier tien (persoonlijke) voorstellen voor een realistische asielaanpak.

In het belang van Nederland,
Nederland voorop en vooruit.

#GR2026 #BVNL #Enschede en #ElkAndereGemeente

Nooit opgeven, niets doen is geen optie. Enschede is het waard!