Enschede groeit. Maar de vraag is niet hoeveel we groeien, maar ten koste van wie gaat deze groei zonder grondslag. Het artikel van 1Twente raakt een pijnlijk punt: het falende groeibeleid van de gemeente. Geen incident, maar het gevolg van jarenlange bestuurlijke keuzes – waarin ideologie en subsidiepolitiek belangrijker bleken dan zorg, veiligheid en draagvlak voor de eigen inwoners.

Van begin af aan duidelijk

Tijdens mijn raadsperiode van 2018 tot 2022 was ik vanaf het begin helder: de groei naar 170.000 – en zelfs 175.000 – inwoners is geen doel op zich. Mijn focus lag op bestendigheid en maximale zorg, welvaart en veiligheid voor de huidige inwoners. Maar het college bleef – en blijft – doorduwen. Zoals ik in 2023 al waarschuwde: na het politiek elimineren van tegengeluiden is het college geradicaliseerd in haar ideologie.

In zes jaar tijd steeg het aandeel inwoners met een niet-Nederlandse achtergrond van 41% naar 51%. Dat is geen natuurlijke ontwikkeling, dat is beleid.

In de periode 2018–2021 groeide Enschede door een netto instroom van 1.905 mensen van buiten Europa. In de drie jaar daarna was die instroom al 2.791. Het gevolg: het straatbeeld verandert, en snel. Inmiddels is 51% van de inwoners van Enschede van niet-Nederlandse herkomst. In 2018 (ook destijds werd er voor weggekeken) was dat nog 41%.

Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen naast statushouders nu ook Oekraïners voorrang op de woningmarkt – opnieuw ten koste van de eigen inwoners. Niet vanwege visie, maar door een verstikkende constructie van ‘cofinanciering’ en subsidieafhankelijkheid. Geen beleid, maar ideologie op belastinggeld.

Het subsidie-infuus: groei op geleend geld

Kijk alleen al de scholen. Het samengaan van onderwijsinstellingen wordt verkocht als een krachtbundeling, maar in werkelijkheid is het bittere noodzaak. Onderhoud van schoolgebouwen is een gemeentelijke taak, maar Enschede koos jarenlang voor uitstel onder het mom van bezuinigingen. De stad telde in 2019, 83 schoolgebouwen. Vervanging kost naar schatting € 417 miljoen euro. Maar wie de jaarverslagen erop naslaat, vindt geen reservering, geen risicoparagraaf, niets.

Zelfs in de Strategische Investeringsagenda ontbreekt deze “investering”. Wel spreekt de wethouder financiën met grote woorden over het ravijnjaar 2026. Maar hoe diep is het ravijn dat ontstaat door structureel negeren van noodzakelijke investeringen? Wordt daar op 6 mei in besloten achterkamertjes eindelijk openheid over gegeven?

Wie in de raad durft de vraag te stellen: wanneer is het genoeg?

In 2025 ontvangen gemeenten € 80 MILJARD! 60% meer dan in 2017. Let wel; 2017, dus na de decentralisaties van 2015.

Is er een van de raadsleden die de vraag stelt; welke plannen heeft u om te bezuinigen? Plannen waar wij als raad vervolgens over kunnen beslissen. Want met het aannemen van een gemeentesecretaris voor € 28000,- per maand heeft het college wel een signaal afgegeven. Dus wat heeft het opgeleverd?

Eerst welvaart, dan groei

Vanaf dag één heb ik me verzet tegen groei om de groei. Waarom zou je groeien als de basis niet op orde is? De vraag is nooit beantwoord: moet je groeien om welvaart te creëren, of creëer je eerst welvaart om aantrekkelijk te worden?

Echte groei vraagt visie. Niet een blauwdruk van bovenaf of een dogma vanuit regionale structuren, maar een gedragen, economisch strategisch document. Zoals ik in 2020 al pleitte: samenwerking in Twente moet gebaseerd zijn op evenwichtige belangen en regionale kracht, niet op papieren afspraken en Haagse modellen.

Groeiambitie vs. realiteit

De ambitie van 170.000 inwoners is deels ingegeven door de Woondeal Oost-Nederland en de nabijheid van UT en Saxion. De gedachte: meer mensen betekent meer belastinginkomsten, bedrijvigheid en economische kracht. Maar Enschede heeft nagelaten eerst zijn fundament te versterken.

En Enschedese bestuurder en beleidsmakers kijken graag naar andere steden en dus ook Eindhoven. Die stad investeerde echter samen met de regio in een imago als tech-hub en trok zo vanzelf bedrijven en kenniswerkers aan. Geen opgelegde groeidoelstellingen, maar organische ontwikkeling. Enschede koos de omgekeerde route: bouwen alsof de welvaart vanzelf volgt.

Welvaart begint bij je eigen mensen

Armoede blijft een groot probleem. Volgens het CBS leeft 11% van de huishoudens in Enschede in armoede – fors meer dan het landelijk gemiddelde van 8,8%. De stad heeft een bovengemiddeld aantal laagopgeleiden en mist een stevig draagvlak in de kennisintensieve economie.

De oplossing? Investeer in:

  • Onderwijs en omscholing, in samenwerking met UT, Saxion en ROC.
  • Lokale bedrijvigheid, met ruimte voor scale-ups als Demcon, Xsens en eerder Booking.com, Thuisbezorgt, Cheaptickets.
  • Een aantrekkelijk imago, met culturele evenementen door het gehele jaar, een nog meer bruisend centrum en meer groen. Denk tevens aan een stadspark – waar je wel de mogelijkheid houdt om aan de randen te kunnen bouwen – waar eerst de Kop had moeten komen.

Zo word je vanzelf aantrekkelijk voor hogeropgeleiden en creëer je duurzame groei.

Risico’s van cofinanciering en subsidiebeleid

De woningbouwambities van Enschede leunen op subsidies, zijn deels gefinancierd via subsidies van het Rijk en de provincie, vaak via regelingen zoals de Woningbouwimpuls (WBI) of de Regio Deal.

Deze subsidies vereisen cofinanciering van de gemeente, wat betekent dat Enschede eigen middelen moet inzetten. Daar komt nog eens bij, en je ziet het ook weer bij deze huidige voorjaarsnota en bevriezen sociale huur voor de komende 2 jaar. Al deze politieke verwevenheden zorgen enkel voor vertraging.

Kortom, denk aan:

  • Terugbetaling van subsidies bij het niet halen van deadlines;
  • Verloren investeringen in planvorming en grond;
  • Verlies van vertrouwen bij marktpartijen en inwoners.

Locaties als Eschmarkerveld en Zuiderval zijn wat dat betreft ook symbolen aan het worden van falend beleid: grootse plannen, tot nu toe weinig realisatie.

Tijd voor adaptieve groei

(= gedrag dat goed is aangepast aan bepaalde omstandigheden)

Wat Enschede nodig heeft is geen blinde ambitie, maar een adaptieve, flexibele koers:

  • Investeer in mensen en leefbaarheid, niet in getallen.
  • Bouw gericht, voor starters en middeninkomens, trek doelgroepen aan maar bouw niet voor de spreadsheet.
  • Versterk je economische profiel: betaalbaar, bereikbaar via de weg, het water en door de lucht, innovatief – dicht bij Duitsland.
  • Stuur bij op basis van data, niet op basis van wensdenken.

Tot slot

Dat Enschede de lat inmiddels iets lager legt (van 175.000 naar 170.000 inwoners) getuigt van enige realiteitszin. Maar zolang de groei een ideologisch doel blijft, in plaats van een logisch gevolg van verstandig beleid, is het de stad zelf die uiteindelijk zal bezwijken onder haar eigen ambities.

Conclusie

Het zal dan ook anders moeten. Eerst zal Enschede aantrekkelijker gemaakt moeten worden – via beter betaalde banen, armoedebestrijding en een sterker imago – voordat je inzet op grootschalige bevolkingsgroei. De huidige aanpak, met beleid gebaseerd op een ambitieuze maar onrealistische “stip op de horizon”, brengt financiële en praktische risico’s met zich mee, vooral door de afhankelijkheid van cofinanciering en externe subsidies.

Een meer geleidelijke, kwaliteitsgerichte strategie zal Enschede duurzamer vooruithelpen, waarbij groei een gevolg is van succes in plaats van een primair doel. Dit vraagt om een verschuiving van top-down plannen naar een meer organische, flexibele aanpak die aansluit bij de kracht van de stad (UT, Saxion, grensregio).

Enschede verdient geen blind vertrouwen in plannen die drijven op luchtkastelen. Ze verdient visie. Eerlijk bestuur. En een koers waarin onze mensen – onze buren, ondernemers, studenten, ouderen – weer centraal staan.

Geen ideologie. Geen spreadsheetpolitiek.

In het belang van Nederland,
Nederland voorop. Nederland vooruit.

#BVNL #GR2026 #Enschede #ElkeGemeente

Nooit opgeven, niets doen is geen optie. Nederland is het waard