Procedureel betrekking hebbende op artikel 35 RvO
Naam lid van de Raad: Erwin Versteeg
Fractie: Groep Versteeg (Verbindend Enschede)
Datum: 8-1-2020
Datum van beantwoording: 21-1-2020
Onderwerp: Uitkomst laatste aanvraag
Inleiding
Op 1 december 2016 werd de compensatieregeling voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers stopgezet. Voor het voorzetten van de opvang en begeleiding dacht het college een eenmalig bedrag nodig te hebben van € 300.000 euro. Met dat bedrag zouden maatschappelijke partners zoals het Leger des Heils de begeleiding en opvang kunnen inrichten.
Inmiddels is duidelijk dat er voor 2020 wederom € 150.000 wordt gevraagd om voor de resterende groep (zes personen) de ingezette trajecten richting een duurzaam toekomstperspectief te vervolgen in 2020.
In 2019 zijn er verschillende bijeenkomsten geweest. Daar is toegezegd om voor deze mensen nog een ‘alles of niets’ poging te doen. Los van ons politieke standpunt, vinden wij dat je verantwoordelijkheid moet nemen voor de huidige situatie. Zeker als mensen – ook als het om uitgeprocedeerde mensen gaat – al bijna twee decennia lang aan het spreekwoordelijke lijntje worden gehouden. Ook het brengen van een vreselijk slecht bericht hoort bij duidelijkheid verschaffen. Wij vinden dat juist een taak van ons als lokale overheid en we mogen juist niet meegaan in het stapelen van procedures door organisaties en personen met financieel belang in deze zaak.
Wij hebben dan ook de volgende vragen:
1) Kan het college per uitgeprocedeerde statushouder aangeven hoeveel jaar ze al in Nederland zijn? Graag gespecificeerd per uitgeprocedeerde statushouder en tijd in Nederland, Enschede of een andere plaats.
Antwoord:
De zes mensen die nu nog in de BBB verblijven zijn tussen 1994 en 2003 naar Nederland gevlucht. Er is bij de gemeente Enschede geen overzicht waar ze sinds aankomst verbleven hebben in Nederland.
Daarnaast betreffen het individuele dossiers met persoonlijke gegevens. We hebben de afspraak dat we dergelijke persoonlijke gegevens vertrouwelijk behandelen.
2) Zijn deze mensen, na de toezegging (waar wij overigens volmondig mee hebben ingestemd) om nog eenmaal een alles of niets procedure te ondernemen, ingelicht en voorbereid op een mogelijk vertrek naar een LVV pilot locatie? Enschede heeft zich overigens niet aangemeld voor zo’n locatie. Het is niet mogelijk om deze mensen deel te laten nemen tijdens de pilotperiode aan een van
de LVV pilots in de steden Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Eindhoven of Groningen. Deze pilots zijn enkel voor uitgeprocedeerde mensen die in die steden verblijven, net als onze BBB
alleen voor mensen is die een historie hebben met Enschede.
Antwoord:
Enschede heeft zich niet aangemeld voor een LVV in deze pilot. Wel is door het college op 29 oktober 2019 besloten dat zij het komende anderhalve jaar in gesprek gaat over deelnemen in het uiteindelijke landelijke bestuursakkoord LVV (dus ná de pilotfase). De ingebrachte randvoorwaarden voor een LVV vormen onderdeel van de afweging. U bent hierover geïnformeerd in de raadsbrief van 6 november 2019 met het kenmerk 1900102205.
3) Als dat niet is gebeurd, wanneer gaan deze mensen dan wel ingelicht worden?
Antwoord:
De zes bewoners van de BBB zijn deze maand ingelicht over de herbeoordeling van Inlia. We hebben het advies van Inlia recent besproken in het LSO (lokaal samenwerkings- en casuïstiekoverleg) tussen gemeente Enschede, Vluchtelingenwerk Oost Nederland, IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst), DT&V (Dienst Terugkeer en Vertrek), AVIM (vreemdelingenpolitie) en IOM (Internationale Organisatie voor Migratie).
Met de adviezen zal VWON in samenspraak met de betrokkenen een trajectplan opstellen om uitvoering te geven aan deze adviezen. De trajectplannen worden in januari en februari besproken met de cliënten. In dit plan wordt ingegaan op het toekomstperspectief. We verwachten daarbij van de uitgeprocedeerde asielzoekers dat ze meewerken aan dit traject en de geboden begeleiding. Zoals toegezegd in de vergadering van de stedelijke commissie van 13 januari 2020 kunnen we u in maart vertrouwelijk een update geven over de stand van zaken.
4) De uitgeprocedeerde asielzoekers verblijven vanaf 2016 op kosten van de belastingbetaler in Enschede. Op welke locaties hebben deze mensen nog meer gewoond binnen de gemeentegrenzen van Enschede?
Antwoord:
Voordat de gemeente Enschede deze mensen opving in het Wegenerpand verbleven ze in een opvang van het Leger des Heils aan de Molenstraat. Dit is bekostigd door de gemeente Enschede en het Rijk. Daarnaast zijn de huurkosten voor het huidige pand ook weer inkomsten voor de gemeente Enschede.
5) Op welke wijze was de begeleiding geregeld voor de uitgeprocedeerde asielzoekers voor 2016? En zijn deze mensen – min of meer geworden tot vertrouwenspersonen voor de uitgeprocedeerde asielzoekers zo kunnen we ons voorstellen – nog betrokken?
Zo ja, hebben deze mensen vrije toegang tot de uitgeprocedeerde asielzoekers en op welke wijze zijn ze betrokken?
Antwoord:
Voor 2016 ontvingen de mensen begeleiding van het Leger des Heils en Alifa (en daarvoor Vluchtelingenwerk Enschede). Dit was het ook het geval na 2016. Vluchtelingenwerk Oost Nederland heeft met ingang van 01-01-2018 de juridische begeleiding overgenomen van Alifa en met ingang van 01-01-2019 de begeleiding in de BBB van het Leger des Heils.
Verschillende bewoners van de BBB hebben contacten met vrijwilligers die hen bij staan en adviseren. De contacten tussen hen kunnen ontstaan zijn vanuit een eerdere betrokkenheid
van die vrijwilliger bijvoorbeeld via een organisatie die in het verleden actief was in de begeleiding van uitgeprocedeerden. Vanzelfsprekend mogen de uitgeprocedeerde asielzoekers contact hebben met wie ze willen. Ze zijn ook vrij om tijdens gesprekken iemand mee te nemen. Wel stelt de gemeente als voorwaarde voor de opvang dat ze begeleiding accepteren van Vluchtelingenwerk Oost Nederland.
6) Wij vinden de wijze waarop de € 150.000,– bij elkaar wordt gehaald tekenend voor de financiële situatie van Enschede. Maar nog los daarvan, het geld besteed aan uitgeprocedeerde asielzoekers kan niet worden besteed aan mensen die legaal in Enschede wonen.
Zoals we zijn, we denken graag mee. Daarom de volgende voorstellen:
A) Nu staat er op de subsidie ontvangerslijst de Stichting Saron. Een stichting waarmee de gemeente in maart 2019 nog alle banden heeft verbroken. Stel de uitgeprocedeerde asielzoekers zijn ondanks alles nog niet voorbereid op een vertrek naar één van de 5 LVV pilot locaties. Kan dan tot maart niet een deel van de € 170.000,– subsidie aan de stichting Saron worden gebruikt?
En zo niet, waarom dan niet een voorstel voor € 12.500,– per maand tot een maximum van € 37.500,–
B) In het raadsvoorstel is sprake van € 300.000,– per jaar dat nu dan gehalveerd zou worden. Eerder was er echter sprake van het verlagen in 2019 naar € 220.000. Dit omdat de opvang van het Leger des Heils overging naar Vluchtelingenwerk Oost Nederland.
Vanuit het rijk kwam dankzij een lobby € 70.000,– over 2018 en € 100.000,– voor 2019.
Hiervan is volgens het raadsvoorstel nog € 99.400 over. Op basis daarvan zou er dus, op basis berekening bij voorstel A), nog € 61.900,– beschikbaar zijn na Maart.
Kunnen deze middelen niet ingezet worden voor de bestrijding van armoede?
Antwoord A – inzet “subsidie Saron”:
De aangegeven 170.000 euro betreft een subsidie die is verstrekt aan Stichting Saron voor het eerste kwartaal 2019 in de periode dat zij de zorg voor de cliënten Beschermd Wonen nog leverden. Daarvan is overigens inmiddels geen sprake meer.
Antwoord B – inzet rijksbijdrage BBB:
Als college stellen wij voor om de decentralisatie-uitkering uit het Gemeentefonds die we voor dit doel hebben ontvangen ook hiervoor te gebruiken.
Het college heeft uw Raad het voorstel gedaan om de hiervoor ontvangen rijksmiddelen omdat u een BBB hebt, ook daarvoor in te zetten.
Zo ja, moeten we daar moties voor indienen of komt het college met een raadsvoorstel?
–
Enschede, 21 januari 2020
Burgemeester en Wethouders van Enschede,
de loco-Secretaris, de Burgemeester,