In 1997 werd het eerste wereldwijde klimaatakkoord gesloten in Kyoto. In het protocol van Kyoto (onderdeel van het klimaatakkoord van Kyoto) werd vastgelegd dat de deelnemende landen ook een deel van hun vermindering van de uitstoot van broeikasgassen mogen omzetten in maatregelen in het buitenland omdat sommige milieu gunstige maatregelen elders goedkoper te realiseren dan in eigen land.
Het concrete doel in het klimaatakkoord van Kyoto was ‘het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen’. En al was het niet bindend (en weigerde Amerika te ratificeren): in Nederland werd het vertaald naar beleid.
In 2013 werd namelijk in Nederland het Energieakkoord gesloten. Het Energieakkoord voor duurzame groei is een overeenkomst tussen 47 partijen: overheden, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, andere maatschappelijk organisaties en financiële instellingen. Het doel was en is de energievoorziening van Nederland duurzamer te maken.
De afspraken gaan over energiebesparing, duurzame opwekking, schone technologieën en klimaatbeleid. Ze moeten leiden tot een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de markten voor schone technologie. Na het Energieakkoord volgde in 2015 het akkoord van Parijs, waarop de Klimaatwet in 2019 volgde.
Daarmee was het Protocol van Kyoto met al zijn goede intenties geworden tot een (her)verdeel en heers model. Om het gefantaseerde onheil voor een deel van de mensen, menselijk te maken zijn de geradicaliseerde voorstanders verkleed als partijvertegenwoordiger geworden tot ware onheilsprofeten over de vreselijke gevolgen van ‘global warming’. Wat dan juist het gezonde debat onmogelijk maakt en alleen leidt tot meer polarisatie.
Nadat de rechter in 2015 de Nederlandse actiegroep Urgenda in het gelijk stelde moet de Nederlandse overheid meer actie ondernemen tegen klimaatverandering en de CO2- uitstoot te verminderen. En dat terwijl de stichting Urgenda niets anders is dan een wat uitgedijd vehikel van de Rotterdamse ‘transitie-professor’ Jan Rotmans en zijn collega-activist Marjan Minnesma. Urgenda heeft geen leden, Urgenda neemt niet deel aan verkiezingen.
Urgenda heeft nooit formeel democratisch draagvlak hoeven verzamelen. Urgenda hoefde alleen maar te beweren het algemeen belang te dienen, om naar de rechter te lopen en met een beroep op dat algemeen belang welkom te zijn en nog gelijk te krijgen ook. De democratie staat onder druk doordat activisten zich slim laten subsidiëren binnen stichtingen als Urgenda en Milieudefensie. Via de rechter nemen ze dan de overheid in de tang. Dezelfde overheid die ze ruimhartig subsidieert.
De klimaat-democratie is geworden tot het sluiten van juridisch afgedwongen ‘akkoorden’ met bedrijven, activisten, branches en belangengroepen. Anno 2021 zijn we dan aanbeland bij de Regionale Energie Strategie. Voor deze Regionale Energie Strategie is Nederland onderverdeeld 30 regio’s. Elke regio moet een regionale energiestrategie (RES) opleveren waarin staat welk deel ze voor haar rekening neemt en hoe ze dat gaan doen. Nadat de Twentse bestuurders (wethouders) de afgelopen tijd hebben gewerkt aan de voorlopige ontwerp RES Twente, is nu het woord aan de verschillende raadsleden in de 14 gemeenten.
In Enschede staat voor aanstaande maandag het voorontwerp voor de RES Twente 1.0 op de agenda voor de stedelijke commissie. Binnen de coalitie in Enschede zal dit ongetwijfeld weer leiden tot politiek spitsroeden lopen. Zeker als je kijkt naar de aandacht tot nu toe voor integraliteit, draagvlak en participatie. Dit beperkte zich – net als landelijk – tot het zetten van stappen met als uitgangspunt politieke verhoudingen en op voorhand vooral maar niet teveel weerstand creëren. Door de aaneenschakeling van akkoorden dreigen we inmiddels verstrikt te raken in verstikkende klimaat regels, klimaat wetten en onderliggende afspraken.
Dit los van de haalbaarheid, wenselijkheid en het financiële deel. Er is daarnaast geen wettelijke grondslag voor de RES-regio’s. Het instellen van de RES-regio’s kan dus worden gezien als een verzoek van de Rijksoverheid aan de andere overheden om werk te maken van de energietransitie en dat te doen in door de Rijksoverheid aangewezen regionale verbanden.
Door het constante polderen is er inmiddels een totale onbalans ontstaan. Het Utopia van de klimaatactivisten moet nu via de RESSEN verkocht worden aan de inwoners. Inwoners ook die de rekening van dit activistische Utopia moeten gaan betalen. Het omzetten van de milieu gunstige maatregelen omdat het elders goedkoper is, is daarmee lokaal meer een kwestie geworden van: ‘tegen 2030 bezit u toch al niets meer en u zal gelukkig zijn’
Om ‘klimaatneutraal’ te worden, moeten onze woningen van het aardgas af. Moeten we massaal aan de warmtepomp en onze huizen verbouwen voor in totaal minstens € 235 miljard. Enschedese wijken als het Twekkelerveld moeten gasloos. Gemiddelde kosten € 40.000,- per woning terwijl in Duitsland iemand een bonus krijgt als ze het op aardgas aan laten sluiten. Dit los van de overige kosten voortvloeiend uit de plannen van de klimaatactivisten.
Nederland is daarbij een van het kleinste en dichtstbevolkte landen van Europa. We hebben daarnaast veel energie-intensieve industrie. De techbedrijven met hun energievretende datacenters worden naar Nederland gehaald. En dan gaan wij zelfvoorzienend worden en op zon en wind draaien zoals het Energieakkoord uit 2013 aangeeft en daarmee doorvertaald naar ook de RES Twente. Daarin dan wel, innovaties hoe voor de hand liggend ook mogen tot nu toe niet mee worden gerekend in de RES.
Draagvlak dat er feitelijk nooit is geweest neemt inmiddels nog verder af nu voor een groter deel van de inwoners de gevolgen duidelijk wordt. De weerstand wordt groter en heviger. De regering en in het verlengde daarvan de partijvertegenwoordigers van de ‘bezit u toch al niets meer en u zult gelukkig zijn’ partijen hebben zichzelf ondermijnt.
Als nieuwe troef is er inmiddels de nieuwe ‘onafhankelijke’ commissie die wordt geleid door ex-ombudsman Alex Brenninkmeijer. Deze commissie is gevuld met wat je usual suspects zou kunnen noemen: bestuurskundigen, academici, klimaatactivisten en communicatiedeskundigen. En je zou het niet verwachten, de directeur van de overheidsorganisatie die de RES – windmolens en zonnepanelen – er doorheen moet jassen: Kristel Lammers, directeur NP RES, was lid van de adviescommissie.
Het ‘Voortgangsoverleg Klimaatakkoord’, (Nijpels) met zijn tafels vol lobbyisten en activisten heeft het initiatief genomen om een klankbordgroep in te richten met diverse deskundigen en betrokkenen die kunnen meedenken’ met de commissie-Brenninkmeijer. Hoe onafhankelijk het imago van de ex-ombudsman Brenninkmeijer ook heet te zijn, hij staat quasi onder curatele van het voortgangsoverleg van Nijpels, waar (demissionair) minister Van ’t Wout trouwens weer ‘eindverantwoordelijk’ voor is. Hoezo transparant! Hoezo onafhankelijk!
Het zijn gewoon andere poppetjes met dezelfde agenda en opdracht. Anders denken wordt ook binnen deze carrousel van de bestuurlijke elite niet toegestaan.
Nooit opgeven, niets doen is geen optie. Enschede is het waard!