Procedureel betrekking hebbende op artikel 35 RvO

Naam lid van de Raad:  Erwin Versteeg

Fractie:  Groep Versteeg (Verbindend Enschede)

Datum:  21-2-2022

Datum van beantwoording: 14-03-2023

Onderwerp: Woonwagen cultuur en toewijzing

Inleiding:
In 1999 is de Woonwagenwet ingetrokken en werd het woonwagenbeleid gedecentraliseerd. Met het intrekken van de Woonwagenwet werd de ´normalisatie´ van het huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners een feit.

De zorg van de overheid in het voorzien in passende woonruimte behelsde vanaf dat moment dezelfde als voor burgers die niet in een woonwagen wonen, namelijk “het treffen van de benodigde maatregelen ten behoeve van een goede huisvesting voor hun ingezetenen, ongeacht of zij in een woning, een woonwagen of op een woonschip willen wonen”.

Leven in een woonwagen is inmiddels erkend als mensenrecht door onder meer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Rijksoverheid, gemeenten en woningcorporaties zijn daarom verplicht om de cultuur van woonwagenbewoners niet alleen te beschermen, maar ook te faciliteren. Sinds 2018 zijn gemeenten verplicht om nieuwe standplaatsen te realiseren.

De nationale Ombudsman gaf in zijn rapport Woonwagenbewoner zoekt standplaats aan dat het landelijke beleidskader en het op lokaal niveau gevoerde standplaatsenbeleid in overeenstemming dienen te worden gebracht met de geldende mensenrechtelijke kaders. Daarop heeft het ministerie van Binnenslandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een beleidskader gemaakt die allereerst bedoeld is voor gemeentebestuurders, gemeenteraadsleden en gemeenteambtenaren.

In 2020 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken & Koningrijkrelaties (BZK) de gemeente Enschede een subsidie verleend voor het realiseren van woonwagenstandplaatsen. Deze subsidie moet uiterlijk 31 december 2022 volledig zijn gespendeerd. Als reden om niet te kiezen voor een uitbereiding op het Sleutelkamp wordt opgegeven ‘Op het Sleutelkamp krijgen woonwagenbewoners uit de daar aanwezige familielijnen voorrang boven de andere families.’
Dit is zo blijkt uit het raadsvoorstel de reden dat (uitbreiding van) het Sleutelkamp voor deze eerste uitbreiding niet is meegenomen in de locatiestudie.

Wij hebben dan ook de volgende vragen:
1) Wat is het gemeentelijk beleid voor woonwagens en standplaatsen als onderdeel van het volkshuisvestingsbeleid en kunnen wij die ontvangen?

Antwoord:
Het gemeentelijk beleid is opgenomen in de Woonvisie. In de Voortgangsrapportage 2021 staan op bladzijde 33 de beleidsuitgangspunten.

2) Op welke wijze is daarin rekening gehouden met en ruimte gegeven voor het woonwagenleven van woonwagenbewoners?

Antwoord:
In de Woonvisie wordt rekening gehouden met het woonwagenleven en het beschermen daarvan. Dat is de reden dat er apart aandacht wordt besteed aan woonwagens als woonvorm.

3) Is de behoefte aan standplaatsen helder en kunnen wij die ontvangen?

Antwoord:
Bij brief van 10 april 2019 (kenmerk 1900031340) hebben wij uw Raad geïnformeerd over het uitgevoerde behoefte onderzoek en dat er sprake was van een behoefte van circa 22 woonwagenplaatsen. De brief is terug te vinden in Ibabs.

4) Corporaties voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners voor zover deze tot de doelgroep sociale huur behoren. Hoe en door wie wordt voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners die niet in aanmerking komen voor sociale huur?

Antwoord:
In de voortgangsrapportage 2021 van de Woonvisie is de volgende beleidsuitspraak opgenomen: “Een corporatie voorziet in de huisvesting van woonwagenbewoners ook voor zover het huurders betreft die qua inkomen niet tot de primaire doelgroep van een corporatie behoren – altijd binnen de grenzen van wat wettelijk mogelijk is”.

5) Wat ziet de gemeente als redelijke termijn waarop een woningzoekende woonwagenbewoner die dit wenst, kans heeft op een standplaats?

Antwoord:
In de voortgangsrapportage 2021 van de Woonvisie is de volgende beleidsuitspraak opgenomen: “We streven naar een maximale wachttijd van 5 jaar voor de actief zoekende lokale woonwagenbewoner”

6) Bij de toewijzing standplaatsen en / of woonwagens is het volgens opgave van het ministerie Binnenlandse Zaken & Koningrijkrelaties (BZK) gewenst om rekening te houden met de mogelijkheid voor woonwagenbewoners om in familieverband te kunnen samenleven. Daarom is het te overwegen om voorrang te verlenen aan (in volgorde): volwassen kinderen (op volgorde van leeftijd) van de zelfde locatie die nog bij hun ouders wonen en eerstegraads familieleden van bewoners van de locatie. Bij de toewijzing kan worden overwogen een ingestelde bewonerscommissie te laten adviseren.

In het raadsvoorstel wordt duidelijk dat hiervan wordt afgeweken.
6a) Wat is de reden om hiervan af te wijken?

Antwoord:
Het toewijzingsbeleid van De Woonplaats is sinds jaar en dag erop gericht om het wonen in familieverband te faciliteren. Woonwagenbewoners met 1e/2e graad familiebanden krijgen voorrang op een standplaats. Van afwijken van de richtlijn van BZK is geen sprake.
In het raadsvoorstel wordt uitgelegd waarom we bij de eerste uitbreiding van standplaatsen niet kiezen voor de Sleutelkamp. Reden is om de mensen die ook een standplaats willen maar geen familiebanden hebben met de huidige bewoners van Sleutelkamp (de voorwaarde voor toewijzing op Sleutelkamp) ook een kans te geven op een standplaats.

6b) Is dit afwijken van het advies ministerie Binnenlandse Zaken & Koningrijkrelaties (BZK) met de bewonerscommissie van de locatie ‘het Sleutelkamp’ besproken
Zo ja, wat was hun reactie?
Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Het toewijzingsbeleid van De Woonplaats bestaat al erg lang en is besproken met de Woonwagenraad.

6c) Is het afwijken niet in strijd met de subsidie voorwaarden van het ministerie Binnenlandse Zaken & Koningrijkrelaties (BZK)
Zo nee, kunt u dit verduidelijken?
Zo ja, wat is het risico dat we dit moet terug betalen?

Antwoord:
Nee. Er is geen sprake van afwijking. Het is geen onderdeel van de subsidievoorwaarden.

7) Is er planschade door waardevermindering van omliggende panden / percelen te verwachten?
Zo ja, welke panden en voor welk bedrag?
Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Er is nog geen planschadeonderzoek gedaan. In aanloop naar het bestemmingsplan en grondexploitatie zal dit worden meegenomen. We verwachten gelet op de ligging van de voorgestelde locatie in relatie tot direct omliggende bebouwing vooralsnog geen planschade.

8) Welke panden / percelen in de omgeving zijn in het bezit van de gemeente?

Antwoord:
De locatie aan de Windmolenweg is onderdeel van een veel groter kadastraal perceel met boerderij. Dit perceel en de opstallen zijn eigendom van de gemeente. Uiteraard zijn ook de openbare wegen gemeentelijk eigendom.

Enschede, 8 maart 2022