Symboliek of politiek?
In de nieuwsbrief van BVNL Overijssel gaf ik al een korte reactie op Willem-Alexanders oproep om ons “tot de tanden toe te bewapenen” (lees hier die nieuwsbrief). In deze column Symboliek of politiek ga ik er wat dieper op in.

In mijn nog te verschijnen boek besteed ik eveneens aandacht aan de rol van het koningshuis. Daarbij pleit ik voor een meer symbolische functie: verbindend, boven de partijen, geworteld in onze nationale traditie. Maar als ik zie hoe het koningshuis zich steeds vaker laat gebruiken voor internationale politieke agenda’s, vraag ik me af: is dit nog symboliek, of is het pure politiek?

Het koningshuis van mijn jeugd

Ik ben opgegroeid in een gezin waarin het koningshuis werd gewaardeerd. Mijn moeder zat klaar voor de troonrede; voor haar was het een moment van nationale verbondenheid. Ook ik voelde altijd die waarde: iets wat niet gekozen of tijdelijk is, maar wél vertrouwd en verbindend. Een ankerpunt buiten de politieke waan van de dag.

Juist daarom raakt het me als het koningshuis zich vandaag de dag steeds verder verstrikt in het web van het globalisme. Vooral via koningin Máxima, die zich profileert als spreekbuis van de VN en het World Economic Forum. Daarmee vervreemdt het koningshuis zich van het Nederlandse volk – waarvoor het juist een nationaal symbool zou moeten zijn, geen pion van een wereld zonder grenzen en zonder echte democratische controle.

Het gaat niet om de kosten

De discussie over de kosten van de monarchie mist de kern. Het gaat niet om geld, maar om gezag. Om de vraag: wie belichaamt onze nationale eenheid? Als de koning zich – zoals onlangs – in oorlogstaal uitlaat, terwijl het land piept en kraakt, ondermijnt dat zijn verbindende rol. Zoals Nausicaa Marbe scherp stelt in haar column in De Telegraaf: maak van de koning geen politieke woordvoerder (lees haar column hier).

Ik verwacht een sterke koning of koningin: iemand die stáát voor Nederland, niet iemand die zich laat gebruiken als figurant in een Defensie-spotje of als propagandist van een minister. Sterk leiderschap is niet politiek correct meewaaien, maar trouw blijven aan je volk en je rol.

Dat Willem-Alexander zich zorgen maakt over het feit dat vrede en veiligheid niet meer vanzelfsprekend zijn, is begrijpelijk. Zelf benoemen hoort bij zijn taak. Maar dat is iets anders dan militante taal overnemen uit de koker van internationale lobby’s en ministers.

Maak van achterblijvers geen spoorzoekers

Jarenlang was deze leus zichtbaar in de media: “maak van achterblijvers geen spoorzoekers.” Een waarschuwing om vakantievierders niet zoek te hoeven sturen omdat niemand weet waar ze zijn.

Deze gedachte kwam bij me op toen ik dacht aan de (groot)ouders van onze huidige koning – en aan de vader van koningin Máxima. Want doen zij ertoe? Nee. Je bent niet verantwoordelijk voor de daden en uitspraken van je ouders. Net zoals wij als volk geen schuld dragen voor daden uit een ver verleden, draagt ook Willem-Alexander geen last van het feit dat Prins Bernhard in 1975 in Davos op bijeenkomst van het “European Management Forum” (de voorloper van het WEF) sprak, vlak voordat de Lockheed-affaire losbarstte.

Wat wél telt, is wat je nú doet. Vrede en veiligheid zijn belangrijk. Meedenken mag. Maar het koningshuis moet daarbij zijn rol kennen: niet zoeken naar een nieuwe identiteit in de internationale politiek, maar trouw blijven aan het volk dat zij symboliseren.

Nationale symboliek

Wat mij betreft mag het koningshuis zijn plaats hernemen als puur nationaal symbool. Trots op onze geschiedenis, verbindend in het heden, en zonder politieke of ideologische binding – nationaal of internationaal. Alleen zo behoudt het koningshuis zijn waarde: niet als decorstuk, maar als baken van Nederlandse identiteit en nuchter fatsoen.

In het belang van Nederland,
Nederland voorop en vooruit.

#BVNL #GR2026 #Enschede #ElkeGemeente

Nooit opgeven, niets doen is geen optie. Nederland is het waard