Geen links of rechts, maar in het belang van Nederland
Het kabinet viel over een rechts onderwerp: immigratie. Tegelijkertijd stemde de Tweede Kamer over een motie om iftars in politiebureaus af te schaffen — een motie die werd verworpen. VVD en CDA stemden tegen. Daarmee kozen zij ervoor om de symboliek van islamisering toe te staan binnen een instituut dat per definitie neutraal en seculier zou moeten zijn: de politie.
Dat zegt veel. Partijen die zich rechts noemen, haken af zodra het erop aankomt. Want wie niet bereid is grenzen te stellen aan religieuze invloeden in overheidsinstellingen, wie instemt met culturele normalisering die voortkomt uit massa-immigratie, ondergraaft het fundament van onze rechtsstaat: neutraliteit en gelijkheid voor de wet.
De paradox van rechts
Opvallend is dat het kabinet viel op het thema waar de PVV al jarenlang op hamert. Maar het is tegelijk één van de weinige punten waarop de PVV als ‘klassiek rechts’ kan worden getypeerd. Want in sociaal-economisch opzicht is de partij juist uitgesproken links, met standpunten die eerder doen denken aan solidariteit dan aan marktliberalisme.
Voor mij zijn er dan ook andere redenen om juist nu de stekker uit deze coalitie te trekken dan alleen het niet willen ondertekenen van Wilders’ tienpuntenplan. Toch trok hij daarmee wél een duidelijke lijn. Want waar veel onderdelen van dat plan nog wachten op uitwerking door minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber, voerde staatssecretaris Ingrid Coenradie haar ‘gevangeniscellenplan’ wél uit. Geert Wilders liet Ingrid Coenradie echter vallen.
Sterker nog: binnen zijn eigen partij bleken ministers en staatssecretarissen verdeeld. Coenradie en Dirk Beljaards wilden door, zelfs nadat Wilders had aangegeven uit de coalitie te stappen.
Dat roept de vraag op: was het vertrek wel zo principieel? Of was het vooral een strategische exit, bedoeld om verkiezingsverlies te voorkomen — terwijl men de schijn ophoudt nog altijd ‘rechts’ te zijn?
De VVD ontmaskert zichzelf
De VVD legde met haar stemgedrag over politie-iftars opnieuw haar kaarten op tafel. Je kunt niet aan de ene kant zeggen te strijden tegen islamisering, en tegelijk religieuze rituelen integreren in het functioneren van de politie. Die inconsequentie verraadt een diepere waarheid: wie écht iets wil veranderen op het gebied van immigratie, moet bereid zijn internationale verdragen ter discussie te stellen — en als het moet, op te zeggen.
Zonder dat fundament verzandt elke hervorming in symboliek en onmacht. En dat geldt niet alleen voor immigratie. Het geldt voor alles wat de Nederlandse soevereiniteit aantast.
Meer dan alleen Wilders
De discussie rond het tienpuntenplan van de PVV is illustratief. BBB en NSC hadden op basis van de peilingen ook geen enkele reden om het tienpuntenplan niet te ondertekenen.
Sommige politici — zoals Nicolien van Vroonhoven — lijken hun oordeel deels te laten afhangen van beeldvorming over Wilders als persoon. Ze ziet hem ongetwijfeld als een “witte Bokito op de apenrots”.
Anderen, zoals Dilan Yesilgöz, lijken hun persoonlijke of partijbelangen zwaarder te laten wegen dan de wil van de kiezer.
Maar immigratie is geen marginaal thema. Het is een sociaal, cultureel en economisch dossier dat onze hele samenleving raakt. Juist daarom mag het debat erover niet overschaduwd worden door persoonlijke voorkeuren of partijstrategieën.
Links en rechts zijn achterhaald
Veel mensen denken nog in het klassieke links-rechts-denken. Maar dat is een misvatting. Zoals gezegd: de PVV is op veel punten niet rechts. Haar inzet voor de zorg, voor ouderen, voor huurders — dat is eerder sociaal dan liberaal.
Dat ondermijnt de PVV niet. Integendeel, het toont aan hoe beperkt het traditionele politieke spectrum is geworden. Zoals Ronald Plasterk onlangs schreef: niet de kiezer schuift op, maar de partijen. Wat ooit links was, heet nu rechts. En wat ooit rechts was, wordt weggezet als extreem. Maar de wens van de kiezer is opvallend stabiel gebleven: veiligheid, bestaanszekerheid, nationale trots.
Ronald Plasterk
De observatie van de als kandidaat voor het premierschap ook afgewezen Ronald Plasterk (wederom de dwarsligger rol voor NSC / Pieter Omtzigt) sluit aan bij mijn eigen constatering dat het klassieke onderscheid tussen links en rechts niet langer houdbaar is. Dat is op zichzelf niet verwonderlijk.
Het links-rechts-denken is immers niet voortgekomen uit een inhoudelijke indeling van maatschappelijke of economische standpunten van burgers, maar uit een historische situatie. De termen stammen uit de tijd van het Ancien Régime – de oude orde in Frankrijk vóór de Franse Revolutie.
Het klassieke onderscheid tussen links en rechts is ontstaan uit de zetelindeling van de Staten-Generaal tijdens het Ancien Régime. Voorstanders van verandering zaten links van de voorzitter, de monarchisten rechts. Die indeling werd later een abstract politiek spectrum, maar zegt vandaag weinig over de werkelijke opvattingen van partijen of kiezers.
De echte uitdaging komt nog
De komende maanden zal blijken hoe groot de kloof is tussen politieke beloftes en bestuurlijke daadkracht. De roep om hogere defensie-uitgaven botst met de noodzaak tot bezuinigingen. Waar gaan de klappen vallen? Op de zorg? Op het onderwijs? Dat zal ook binnen de PVV wringen. Fleur Agema — die jarenlang vocht voor goede zorg — ziet nu hoe haar partij wordt meegetrokken in de begrotingsrealiteit, terwijl zij zelf niet meer aan de knoppen zit.
Ook het gebrek aan partijstructuur speelt de PVV parten. Het grote zetelaantal vertaalt zich nog onvoldoende in bestuurlijke kwaliteit, zeker op lokaal niveau. En met de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 in aantocht, kan dat snel zichtbaar worden.
Het is tijd voor een nieuwe koers
Het politieke conflict van nu gaat niet over links of rechts. Het gaat over de vraag: wie kiest voor Nederland, en wie kiest voor het systeem? De kiezer heeft in twee verkiezingen duidelijk gemaakt dat het anders moet. Ze willen een land om trots op te zijn.
Een samenleving die sterk, schoon en rechtvaardig is. Een plek waar mensen durven dromen, ondernemen, en in vrijheid samenleven.
Veel te lang hebben burgers geleden onder verruwing, verdeeldheid en verlies van vrijheid. Het is tijd om vooruit te gaan. Niet terug naar gisteren, maar met de kracht van vandaag — met het kompas van onze ouders en grootouders.
Geef een reactie