dit artikel over “De Papieren Werkelijkheid van Den Haag vs. de Leefwereld van de Nederlander” is geschreven door: Maarten Groen, kandidaat in procedure voor BVNL Enschede

Waarom de werkelijke democratische strijd lokaal gevoerd moet worden

Wat als uw stem niets verandert?
Wat als uw stem eigenlijk niets verandert? Wat als elke verkiezing slechts een ritueel is, een toneelstuk waarin de uitkomst al grotendeels vastligt? Het klinkt cynisch – en toch, als we eerlijk kijken naar de laatste jaren, dan zien we iets wat nauwelijks nog te ontkennen is: beleid verandert nauwelijks, wie er ook regeert.

Wie goed kijkt, ziet het patroon. Of het nu om VVD, CDA, D66, PvdA- GroenLinks of NSC, BBB en PVV gaat – zodra ze een plek krijgen in de coalitie, verschuift hun koers richting Brussel. Rutte, Kaag, Hoekstra, of van der Plas, Omtzigt en Wilders – voeren beleid uit dat vrijwel naadloos aansluit bij de Brusselse routekaart. Neem minister Wiersma van Landbouw, binnen no-time was het stikstofbeleid van vorige kabinetten weer springlevend. De verkiezingsbeloften verdwenen geruisloos in de bureaulades van de ministeries.

Ministers als uitvoerders van verdragen

Minister Agema heeft aangetoond met haar uitspraak “ik moet de NAVO-afspraken nakomen” dat zelfs uitgesproken oppositiefiguren in de praktijk niet loskomen van het internationale keurslijf waarin Nederland zich bevindt. Deze uitspraak is tekenend voor de bredere tendens waarin ministers geen volksvertegenwoordigers meer zijn, maar uitvoerders van verdragen, beleidslijnen en internationale afspraken die zelden nog democratisch besproken worden. Steeds vaker lijkt het erop dat niet alleen Brussel, maar ook invloedrijke belangengroepen zoals banken, NGO’s en multinationale lobby’s een sturende rol spelen in het beleid. Daarmee rijst de vraag: wie voert hier nu eigenlijk het beleid? Brussel, Den Haag of niet gekozen entiteiten die achter de coulissen opereren?

De papieren werkelijkheid regeert

De Tweede Kamer is steeds minder een plek van fundamenteel debat en steeds meer een verlengstuk van de EU geworden. We zien Kamerleden zich druk maken over dossiers die allang zijn dichtgetimmerd door Europese regelgeving. En ondertussen vragen weinigen zich af: Sluit dit eigenlijk nog aan op de realiteit van gewone Nederlanders?

Die realiteit is minder abstract. Die speelt zich af in wijken, buurtschappen, dorpen en steden. En daar wringt het. Want hoe harder Den Haag roept dat er “geen alternatief” is, hoe meer mensen het gevoel krijgen dat hun stem er niet meer toe doet.

Eschmarke: symbool van lokale weerstand

Neem Eschmarke, een buurtschap in Enschede. Daar staan inwoners op tegen de komst van vier windmolens. Niet omdat ze tegen duurzaamheid zijn, maar omdat ze het gevoel hebben dat hun leefomgeving opgeofferd wordt aan een beleid dat ver van hen afstaat. Het contrast tussen de papieren werkelijkheid van klimaatdoelen en de fysieke werkelijkheid van een stad dat haar horizon kwijtraakt, kon niet groter zijn.

Wethouder Niels van den Berg liet zien wat politiek ook kan zijn: luisteren, aanwezig zijn, zoeken naar oplossingen samen met bewoners. Dat is democratie zoals het bedoeld is. Geen opgelegde blauwdruk vanuit een Brusselse bureaucratie, maar overleg en samenwerking van onderop. Provinciale Staten profileert zich als verlengstuk van de Haagse bureaucratie door vast te blijven houden aan de verzonnen problematiek vastgelegd in het RES, de Regionale Energiestrategie. Er is ook niemand die zich nog kan voorstellen dat er een alternatief bestaat en bijvoorbeeld de weg van kernenergie durft in te slaan.

Haaksbergen: lokale democratie aan het werk

Een ander voorbeeld van hoe lokale democratie werkt komt uit Haaksbergen. Daar stelde het college aanvankelijk een locatie voor een kleinschalig AZC aan de Hassinkbrinkweg voor. Na brede maatschappelijke onrust en landelijke politieke onzekerheid trok het college dit voorstel op 3 juni 2025 in. De gemeenteraad besloot unaniem dat het zoekgebied niet beperkt mocht blijven tot het buitengebied, maar uitgebreid moest worden naar heel Haaksbergen. Dit besluit kwam voort uit directe betrokkenheid bij de zorgen van inwoners, en toont aan hoe gemeentelijke politiek daadwerkelijk een afspiegeling kan zijn van de volkswil. Precies dát is het fundament waarop een gezonde democratie gebouwd wordt.

De Tweede Kamer als toneelstuk

Wat gebeurt er in Den Haag? We zien een Kamer die nog wel debatteert, maar waarbij de uitkomst vaak vastligt. Wat er verandert na verkiezingen is meestal de kleur van het logo, niet de inhoud van het beleid. Er wordt niet getwijfeld aan de koers van de EU. Niet aan het klimaatbeleid, het migratiebeleid, de monetaire unie. Zelfs de grote dossiers, zoals stikstof, woningnood en koopkracht, worden behandeld binnen kaders die vastliggen.

Het is de “EU-wetgevingstrein” van Von der Leyen die voort dendert. Een trein waar Nederland allang op zit, maar waarvan niemand lijkt te weten waar het eindstation ligt. De gedachte dat er een noodrem bestaat, lijkt taboe. En toch: die noodrem is er.

We hebben een keuze

Arnon Wellens beschreef het treffend in de Euro Bijbel: we hebben als land een keuze. Markt, Migratie, Munt – daar gaat het om. We kunnen besluiten om de euro los te laten, maar wel handel en migratie behouden. Of we kiezen ervoor om de markt te behouden, zonder migratie. Wat niet kan, is doorgaan met deze muntunie zonder politieke eenheid, zonder echte zeggenschap over ons eigen beleid. We leven nu in een hybride tussenstaat waarin verantwoordelijkheid diffuus is en invloed verdampt.

Denemarken koos een andere weg. Ze hebben hun eigen munt behouden. Ze voeren een strikt migratiebeleid. En toch zijn ze nog gewoon EU-lid. Zijn zij dan persona non grata? Nee. Ze worden gerespecteerd. Maar in Nederland lijkt het idee van eigen koers al snel verdacht. Behalve misschien, als je politiek links bent – dan mag je blijkbaar wel afwijkend beleid voeren. Is dat niet vreemd?

Voorbij links en rechts

Het wordt tijd dat we afstappen van het denken in links en rechts. Dat is een ouderwetse bril waarmee we een nieuwe werkelijkheid proberen te begrijpen. De échte scheidslijn loopt niet meer tussen progressief en conservatief, maar tussen centralistisch en lokaal. Tussen top-down en bottom-up. Tussen mensen die willen meebesturen over hun directe omgeving en mensen die vinden dat beleid altijd moet voortkomen uit grote internationale afspraken.

En daarom is het tijd om onze blik te verleggen: van Den Haag naar de gemeente.

Gemeenteraadsverkiezingen: de werkelijke democratie

Een sterke democratie begint onderaan – bij de burger, in zijn directe leefomgeving. Maar dat betekent niet dat we Den Haag helemaal moeten opgeven. Integendeel. Juist nu is het belangrijk om in de Tweede Kamer te kiezen voor partijen die opkomen voor maximale lokale autonomie. Partijen die niet uit zijn op meer macht voor Den Haag of Brussel, of nog erger het baantjes carrousel draaiende houden, maar die ruimte willen maken voor gemeentelijke zelfbeschikking.
Zoals BVNL dat doet. Wybren van Haga verwees ooit naar een uitspraak van Frits Bolkestein die de liberale aansturing treffend samenvatte: “Doe wat je moet doen in de Tweede Kamer, maar bel me even de avond voordat je het kabinet laat vallen.”

BVNL staat voor een centrale overheid die terughoudend is, die coördineert waar nodig, maar zich niet bemoeit met zaken die lokaal beter geregeld kunnen worden. In die visie is de Tweede Kamer geen instrument om via de achterdeur Europese regels op te leggen, maar een wachter van de nationale soevereiniteit én de lokale vrijheid. Met een Kamermeerderheid die opkomt voor decentralisatie en deregulering, kunnen gemeenten écht de ruimte krijgen om te besturen zoals hun inwoners dat willen.

In de gemeenteraad ligt nog echte invloed. Daar is het mogelijk om beleid bij te sturen, te luisteren naar inwoners, nieuwe initiatieven te steunen die wél passen bij de lokale context. Daar is het nog niet onmogelijk om weerstand te bieden aan de papieren werkelijkheid. Daar kunnen we nog bouwen aan een samenleving waarin vrijheid en verantwoordelijkheid hand in hand gaan.

Gemeenten hebben een unieke positie, ze staan het dichtst bij de burger. Daar verkreukeld de papieren werkelijkheid onder het gewicht van de menselijke realiteit. Daar worden keuzes gemaakt die zichtbaar en voelbaar zijn. En daar kunnen we als inwoners wél het verschil maken.

Terug naar de basis

De afbraak van onze democratie in Den Haag is al ver gevorderd. Ministers zijn managers geworden. Kamerleden zijn PR-figuren in fractiediscipline. En het regeerakkoord is een bindend document waarin beleidsruimte verdwijnt. Maar zolang we blijven geloven dat onze enige invloed daar ligt, blijven we in die illusie hangen.

  • Wat we nodig hebben is een nieuwe basis. Een fundering waarop we opnieuw kunnen bouwen. Dat begint bij de gemeente. Daar, in de wijk, in het buurtschap, in de stad – dáár ligt de kern van de democratie. Dáár is nog ruimte voor echte verandering.

De Tweede Kamer zal blijven bestaan. En misschien, ooit, hervormen. Maar tot die tijd moeten we inzetten op waar we nog wél invloed hebben. Want als de noodrem in Den Haag niet wordt getrokken, dan moeten we hem lokaal vinden.

Dus ja, stem bij de komende verkiezingen. Maar denk alvast verder. Bouw mee aan de echte democratie. Begin lokaal. In het belang van Nederland.