NAVO-top als spiegel van de staat
De NAVO-top die dit jaar in Nederland wordt georganiseerd, gaat de belastingbetaler niet 95 miljoen euro kosten, maar inmiddels al 183,4 miljoen. Bijna een verdubbeling van de oorspronkelijke raming—nog vóór de eerste gasten zijn gearriveerd. Het meest schokkende? Niet die kostenverhoging, maar het gemak waarmee het wordt geslikt. Geen ophef. Zonder debat. Geen journalist die doorvraagt. Geen politicus die zich afvraagt waar dit geld vandaan moet komen.

Want wie draait ervoor op? Juist: u, ik, de middenklasse. De mensen die werken, bijdragen en altijd als eerste worden aangeslagen als de overheid weer eens de boel niet op orde heeft. De belastingen gaan omhoog, de zorg wordt uitgekleed, de energierekening stijgt en voorzieningen verdwijnen. Maar de grote feesten gaan gewoon door. Zonder schaamte, zonder enige reflectie.

Financiële uitputtingsslag
Het is niet alleen een financiële uitputtingsslag. Het laat vooral zien hoe moreel uitgehold dit land is geraakt. We zijn een volk geworden dat geleerd heeft te buigen in plaats van op te staan. Te incasseren in plaats van te eisen. De verontwaardiging is weg. De vanzelfsprekende weerstand die hoort bij een gezonde democratie is stilgevallen.

In onze eerdere column “Het is nog erger dan enkel de kosten” beschreven we dit als een symptoom van een bredere politieke cultuur, waarin begrotingen slechts suggesties zijn en verantwoordelijkheid een zeldzaam goed is. En zolang de rekening maar kan worden doorgeschoven naar de belastingbetaler, blijft het spel doorgaan.

Wij pleiten voor een ander kompas. Geen dure prestigeprojecten, maar fatsoenlijk financieel beleid. Geen bestuur dat boven de mensen zweeft, maar een overheid die rekenschap aflegt—en dienstbaar is aan hen die het land draaiende houden.

Het land is niet alleen financieel uitgewoond, het is moreel uitgehold. Een volk dat geleerd heeft te buigen in plaats van op te staan.

Sluit je aan en strijd mee.
Samen maken we een einde aan verspilling, bestuurlijke arrogantie en schijndemocratie. Het is tijd voor herstel—van financiële degelijkheid, maar vooral van fatsoen.

In het belang van Nederland,
voor een vrij en sterk land, een veerkrachtige economie en een samenleving met gezond verstand.